DAGBOEKHOUDER

Aantekeningen van een ongeduldige toeschouwer

Ton Korver

Amsterdam/Den Haag 2009

Ga naar Archief: 2007–2008–2009


Juni

Raged

Code

Staatszaak

Maar dit terzijde

Onmisbaar

Nummer veertien

Uit elkaar

Bank

Schakel

NUG

De terugkeer van de WAO

Ook een manier

Volgorde en samenhang

CdK

Welk examen?

Naamsbekend

Meewegen

Terugdraaiboek

Afdruk

Aangeboren

Onderuit

Vooruitgang

Sekte

Verdacht

Opportunist

Rotterdam 2010

Hoogopgeleid

Mei

Heleen Babbage

Bedoeld

Aanstichter

Club

Verre

Kennis in crisis

Overzichtelijk

Populisme

Wie?

Verhoudingen

Bevangen

Kenniszekerheid

Immuun

Oververmoeid

Definitie

Flikker op!

Bruggenbouwers

Vraaguitval

Zusje

Compositie


 


Maxima Moralia
 
Dat had ook de titel kunnen zijn van dit bundeltje aantekeningen. Maar ik wil niet overdrijven. Zo dicht op de huid zitten me de sketches hieronder nu ook weer niet. Ze gaan over dingen die me bezighouden en waar soms de handen van jeuken. Dat is nog niet hetzelfde als het ‘verzonken in ervaring’ dat de Minima Moralia van Adorno als keurmerk heeft. Je moet afstand weten te bewaren. Dat geldt voor de politiek – die karakterlozer wordt met elke nieuwe stap om vooral dicht bij de burger te blijven – en het geldt voor mij.

Niettemin, het kan altijd beter. En dat is een tweede verschil tussen mij en het inspirerende voorbeeld van Adorno. Er is geen goed leven in het slechte is een dictum dat nog uitgaat van een herkenbaar onderscheid tussen goed en kwaad. Daaruit vloeit het oordeel voort. Inmiddels twijfelen we ook daaraan. Dat is geen reden tot wanhoop. Eerder het omgekeerde. Twijfel is, met de gave ons te kunnen vergissen, de opmaat voor schaven en beschaven. Dat wordt makkelijk vergeten, en hoe drukker we het hebben hoe makkelijker. Ik ben aan diezelfde drukte gebonden. Vandaar het ongeduld, gekoppeld aan de afstand die ik met de woorden ‘aantekeningen’ en ‘toeschouwer’ verbind en het voorbijgaande dat meeklinkt in de titel waar ik uiteindelijk voor heb gekozen: dagboekhouder.

 


FiB
tijdschrift Filosofie in Bedrijf

Archief

Dagboekhouder (9)
maart - april 2009

Dagboekhouder (8)
januari - februari 2009

Dagboekhouder (7)
november - december 2008

Dagboekhouder (6)
augustus - oktober 2008

Dagboekhouder (5)
april - juli 2008

Dagboekhouder (4)
januari - maart 2008

Dagboekhouder (3)
augustus - december 2007

Dagboekhouder (2)
mei - juli 2007

Dagboekhouder (1)
januari - april 2007

 

 

Raged

Dwars door alle somberheid heen een lichtpuntje. De naam van het lichtpuntje: raged. Het betekent slapend. Marokkaanse vrouwen met een man in het buitenland duiden er mee aan dat als ze zwanger zijn terwijl ze hun man jarenlang niet gezien hebben, het ongeboren kind een tijd lang ‘slapend’ is geweest zodat zwangerschappen van wat ongewone duur eigenlijk helemaal niet ongewoon zijn. De man heeft het maar te accepteren. Er is één voorwaarde: er moet sprake van een huwelijk zijn. Ongetrouwde vrouwen kunnen zich niet op het wonder beroepen.

Ik las het in de autobiografie van Khadija Arib, Couscous op zondag. Zij kwam in de jaren zeventig op vijftienjarige leeftijd naar Nederland, met haar moeder. Haar vader werkte hier al enige jaren. Ze waren onderdeel van de aanzwellende stroom van gezinsherenigingen. Haar vader had een etage in Rotterdam; binnen de kortste keren waren de buren beneden en boven ook Marokkaans, en de straat en de buurt. Tegelijk begon een verschijnsel de kop op te steken dat Kahdija in Marokko niet was tegengekomen, het binnenhouden van vrouwen en meisjes. Ook leerplichtige meisjes, met stilzwijgende of uitdrukkelijke goedkeuring van de leerplichtambtenaar. Voorzieningen kwamen, subsidies ook maar geen perspectief. Nederland was geen immigratieland ten slotte en dat dwaze beleid zorgde ervoor dat er geen beleid was. Wat wij de Marokkaanse cultuur noemen en zo graag contrasteren met de Nederlandse cultuur, is in Nederland heruitgevonden en daarvoor zijn niet de beste ingrediënten gebruikt.

De geschiedenis van Khadija en haar moeder is typisch en atypisch. Typisch door de moeite die ze moesten doen om in Nederland een weg te vinden. Atypisch omdat ze nog naar buiten gingen om die weg te vinden. En de weg vonden, de dochter meer dan de moeder maar toch. Dat ging allemaal niet zonder strijd maar het ging. Khadija vraagt zich af wat er gebeurd zou zijn als ook haar moeder meer kinderen had gehad en alleen al daardoor meer huisgebonden was geweest. Goeie vraag. Bovendien was ze vijftien toen ze kwam, een groot kind dus al, met de smaak van onderwijs nog in de mond en op zoek naar meer daarvan in Nederland. Ook dat ging moeizaam maar het ging, met vallen en opstaan, een eigen wil en een steunende moeder. Wat als ze nog heel jong was geweest bij aankomst in Nederland?

Haar moeder vond één kind genoeg en ook daar had haar vader zich bij neer te leggen. Raged is een mooie institutie. Het houdt gezinnen in stand en het geeft vrouwen een beetje bescherming in een wereld die hen verder weinig bescherming biedt. Hier niet en daar niet. Maar als ik het goed heb begrepen ben je beter af als je er geen beroep op hoeft te doen. Zoals de moeder van Khadija dat niet hoefde. Het maakt de opsluiting van vrouwen met hun kleine kinderen driehoogachter alleen maar makkelijker, zeker in een situatie waarin de vaders de schijn van hun gezag alleen nog daar aan op kunnen hangen. Elk voordeel heeft z’n nadeel.

Werd vervolgd zullen we maar zeggen.

30 juni

=0=

 

Code

Het is waar, dacht voorzitter Ploumen. De gemeenteraadsverkiezingen 2010 zijn minder desastreus verlopen dan die voor het EU Parlement vorig jaar maar toch hebben we bij verre het resultaat van 2006 niet gehaald. We moeten een commissie instellen want wij zijn een partij die altijd alles tot op de bodem en in het openbaar uitgezocht wil hebben. We hebben niets te verbergen. Als we het goed hebben gedaan steken we dat niet onder stoelen of banken. Als we het door omstandigheden wat minder hebben gedaan ook niet.

De commissie moet in elk geval ingaan op de klacht vanuit de gemeenteraden dat de partijtop zich te veel heeft laten zien in de campagne. Daardoor kregen de verkiezingen onbedoeld het karakter van nationale verkiezingen. Daar hadden we meer rekening mee moeten houden. Het kan best zo zijn dat we daardoor amper boven de wekelijkse peilingen van Maurice de Hond zijn uitgekomen en die zijn al tijden niet goed. Het voortreffelijke werk van partijgenoten in gemeenteraden en deelraden is daardoor onderbelicht gebleven. We hebben hen geen recht gedaan. Persoonlijk ben ik de mening toegedaan dat het verlies in Amsterdam helemaal niets te maken heeft met de zoveelste tegenvaller met de Noord-Zuid lijn en alles met het feit dat we Asscher en de zijnen onvoldoende smoel hebben gegeven. Onze boodschap, helder en genuanceerd en toch eenvoudig, is niet overgekomen. Dat moeten we ons aantrekken.

Ik geloof ook niet dat ons AOW standpunt van veel invloed is geweest. We hebben de SER helemaal niet gebruskeerd want de SER kwam met een verdeeld advies. De kroonleden weken af van het standpunt van werkgevers en werknemers. De kroonleden zagen het gewoon beter dan de sociale partners en dat hebben we ook duidelijk uitgelegd. En bovendien waren het gemeenteraadsverkiezingen.

Niettemin is er weer veel onvrede in de partij, ook hierover. Misschien dat de onderzoekscommissie als voornaamste opdracht mee moet krijgen dat we ernstig behoefte hebben aan een gedragscode, met een rolverdeling tussen nationale, Europese, provinciale en plaatselijke politici wie wanneer waarvoor verantwoordelijk en bevoegd is. En de waterschappen natuurlijk, die zijn er ook nog. Als voorzitter zou ik de code kunnen bewaken dan is het tegelijk een good governance code.

Ik zie de toekomst met vertrouwen tegemoet.

29 juni

=0=

 

Staatszaak

In Bhutan is geluk een staatszaak. Men meet er geen BNP maar het BNG, het Bruto Nationaal Geluk. Dat bestaat uit wel vier pijlers, nog meer domeinen en nog veel meer indicatoren. In Bhutan is de regel dat je straatarm bent, dat je ongeletterd bent en dat je in een land leeft waar ze niet houden van Nepalezen. Men is er zeer gelukkig want het is gemeten en welvaart alleen is ook niet zaligmakend.

In Bhutan is het BNG de schaamlap om een deplorabele situatie te bedekken. Daar zal weinig twist over bestaan. Niettemin vinden velen het meten van het BNG een goede zaak, tot en met Het CBS aan toe. We zijn er nog niet helemaal uit maar maken veelbelovende vorderingen. Onrustbarend. Femke ziet er wel wat in, geloof ik en ook die verbijsterende hoogleraar uit Nijmegen, mevrouw Sent. Voor onze eigen geluksprofessor zou het de bekroning van een levenswerk zijn. Sommigen, dat is wel duidelijk, zouden er erg gelukkig van worden.

Het punt is niet dat het BNP zo goed zou zijn. Het punt is dat het BNG een autoritaire droom van ambitieuze bestuurders is, een megalomane fantasie om behalve lichamen en gedragingen ook de geesten van mensen te masseren tot aan het punt dat iedereen even gelukkig is als, pak ’m beet, de eerste de beste landbouwer uit Bhutan.

We hebben inzicht in de totstandkoming en de omvang van het BNP nodig om verstandig belasting te kunnen heffen. Aan die functie voldoet het huidige BNP niet. We hebben belastingen nodig om de staat aan z’n verplichting te houden elke burger in staat te stellen van diens burgerschap een mooi ambt te maken. Niet meer, niet minder. Het is geen toeval dat inburgeringexamens en bestuursdromen over nationaal geluk tegelijk zijn opgekomen. Het zijn loten van dezelfde tijdstam, die van insluiting door uitsluiting, Bhutaanse nationaliteitenpolitiek in Nederlands gewaad. Tussen de staat en u staat niets en als u dacht dat er wat stond dan is dat een privékwestie en ook die brengen we in kaart. Geluk, mevrouw, is transparant of het is niet.

In staat stellen, daar gaat het om. Meer is niet nodig, meer is onwenselijk. Niet verplicht stellen, niet examineren maar in staat stellen. In dat geval – burgerschap als voor ieder gelijkelijk toegankelijk ambt – is een benadering zoals die van Sen (de ‘capabilities’ benadering) of van Dworkin (equality of resources) beter dan de benadering die ten grondslag ligt aan de huidige meetmethode. De huidige methode komt erop neer dat elke in geld uitgedrukte transactie meetelt. Begin een rechtszaak, schakel vooral een advocaat in en ziet: het nationaal inkomen stijgt. Of: duurzaamheid is het via de markt herstellen van wat we eerst kapot hebben gemaakt maar niet konden tellen omdat het buiten het circuit van geldelijk gewaardeerde transacties viel.  Het gevolg is scheefgroei van de belastingheffing door erosie van de belastinggrondslag. Niks nieuws. Hueting wees er in de jaren zestig al op, Pen in de jaren zeventig. Zij vielen de vertekening aan omdat we ons letterlijk rijker rekenden dan we waren. Ze werden daar niet gelukkig van, ik geef het toe, maar hun voorstel was een voor milieueffecten gecorrigeerd BNP (een Duurzaam Nationaal Inkomen: DNI), niet een kolonisering van de geest met behulp van een BNG. Vandaag de dag zouden we ook willen corrigeren voor effecten van gebakken financiële lucht maar opnieuw, daarvoor heb je een beter BNP nodig, niet een BNG.

Als geluk staatszaak wordt, is elke meting een wapen in de strijd en iedere burger een te dresseren wapendrager.

28 juni

=0=

 

Maar dit terzijde

We waren nog maar juist gezeten of de majesteit stelde me de vraag naar mijn gevoelens over het koninklijk huis. Ze keek me vorsend en toch vriendelijk aan. Ik vatte moed en zei haar dat ik nog vanmiddag de Amsterdamse postzegelmarkt had bewandeld alwaar het aanmerkelijk minder druk was dan in vroeger dagen. Een geheel overbodige markt, zo voegde ik eraan toe, ik heb er niets op tegen. Ik ben een vriend, een beschermer van het overbodige. Ze knikte, dacht even na en merkte op, licht giechelend, dat in haar familie nogal wat vreemde postzegels een bestemming hadden gevonden. Ik kan er ook niets aan doen meneer Reve, en ik wil er ook niets aan doen. Wij zijn mul-ti-cul-ti.

Het laatste sprak de vorstin met enige nadruk uit. Toen zweeg ze, afwachtend, met een gezonde blos op de wangen. Ik knikte maar eens en opperde dat vreemd en eigen, zij en wij en buiten en binnen en nog wel meer ook, dat zulks onderwerpen waren dewelke ons aller aandacht verdienden. Zijn ze niet te lang, vroeg ik ferm, onder het tapijt geveegd? Met de mantel der liefde bedekt? Is het niet de hoogste tijd ons hart te luchten, het gemoed te bevrijden?

De majesteit maakte een handbeweging. U heeft van uw hart allerminst een moordkuil gemaakt vertellen Surinaamse hoogwaardigheidsbekleders mij. Meneer Reve, regeert hier de leugen of bent u een racist? De vraag prangt, ik verwacht van u een kristallijne uitleg.

Ik legde haar uit dat mijn leven geschraagd is door romantiek en decadentie en dat zulks bekend zij. Minder bekend is mijn derde pijler, de ironie. De ironie is mijn stijl mevrouw, en weinigen die het de Liefde schenken waarzonder het een offer op dorre aarde is. Nog maar zo kort geleden bracht een jonge bewonderaar een geschrift ter wereld waarin hij zich bekloeg over het minachten mijner stijl. Het is spijtig dat ook hij de ironie apart behandelde, anders was het een aardig geschrift geweest maar de poging overal zin te lezen waar anderen slechts benepen geweeklaag uitten, is lovenswaard.

Ik zweeg want met dit oeverloos geoudehoer was ook ik de weg kwijt geraakt. De majesteit liet het er echter niet bij zitten. Ik ken uw hagiograaf meneer, zeide zij. Holman, is het niet? En u bent Gerardje? Ach, hoe jammer toch, een boekje waarin sommigen in de ironie de ironie niet zien en anderen in de ironie zichzelf verliezen. Zin, zei u? Woorden, veel woorden en aan de andere kant te weinig want wat niet verklaard kan worden moet men niet verklaren. De zin van onzin is onzin meneer, dat is uw bewonderaar vergeten. Overigens, had het boekje niet beter “Gerard tegen de rest van de wereld” kunnen heten?

Met haar moeder kon ik het beter vinden. Maar dit terzijde.

27 juni

=0=

 

Onmisbaar

De regeling deeltijdwerkloosheid wordt verlengd. En aangescherpt. In het vervolg wordt de regeling beperkt tot ‘onmisbare vakkrachten’. Wanneer je tot dat slag behoort is nog niet bekend. Er wordt over overlegd. Dan komt het wel goed maar om het niet al te ingewikkeld te maken, en vooral om de vaart erin te houden, doe ik een voorstel. Een definitievoorstel. Laten we vaststellen – ‘met elkaar’ uiteraard want zo doen we dat bij ons – dat een onmisbare vakkracht die werknemer is die onmiddellijk ook elders aan de slag kan. Daar komt het, gegeven het nog altijd bestaande tekort aan vakkrachten, toch op neer en daar hoeven we dus niet moeilijk over te doen. Het had er ook in de oude opzet al alle trekjes van en in de nieuwe kan het formeel worden: we gaan de nieuwe regeling nu ook officieel aanduiden als de hamsterregeling. Het is zoals het is.

Deeltijd-WW is de eerste stap op weg naar de Amerikanisering van de werkloosheidswet. Lay off heet het daar; je wordt even buiten de deur gezet maar als de zaak weer aantrekt mag je als eerste weer terugkomen. Niet iedereen want ook daar weten ze heel goed wie onmisbaar is en wie inwisselbaar. We mogen dan wel proberen de inwisselbaarheid van alle werknemers te vergroten – dat hoort bij de overgang van baanzekerheid naar werkzekerheid, bij het vergroten van de ‘inzetbaarheid’ altijd en overal – maar het moet niet te gek worden. De schoorsteen moet roken en dan moet er iemand overblijven om het zaakje te stoken. De rest kan wachten. Wat we feitelijk realiseren is baanzekerheid voor sommigen en baanonzekerheid voor de overigen. Niks werkzekerheid. Met de zegen van de minister, het parlement en de sociale partners. We willen graag dat de werknemer mobiel is en we zorgen ervoor dat we onmisbaarheid immobiliseren en de overbodigen mobiel maken door hen de deur te wijzen en hen aan te sporen een beetje haast te maken. De potentieel meest mobiele werknemer houden we vast, de minst mobiele ontzeggen we de toegang tot het pand. Voor een aantal bedrijven heel goed, voor een aantal andere helmaal niet en voor de arbeidsmarkt komt het neer op het paard achter de wagen spannen. Microvoordeeltjes, macronadelen. Komt bekend voor, ergens.

Wie weet leidt de publieke premie op hamsteren ertoe dat het debat over insiders en outsiders op de arbeidsmarkt eindelijk in het correcte perspectief  wordt geplaatst. Dus weg met het moraliserende geneuzel over de ongelooflijke macht van de vakbeweging met z’n oude en zelfzuchtige ledenbestand en weg met de verstikkende werking van het ontslagrecht, die molensteen om de nek van bedrijven als het om het ontslag van Jan of Piet gaat (dat is de reden dat bedrijven liever collectief ontslag regelen dan individueel want collectief gaat makkelijk en individueel blijft begrotelijk), en ruim baan voor enige nuchterheid. Een insider is onmisbaar, een outsider verwisselbaar en wat wat is, wordt niet bepaald door de werknemer maar door het voorraadbeheer van die bedrijven die nog een voorraadje hebben, daar nu even niets mee kunnen en het toch niet willen afstaan. Er is alle aanleiding voor het heropenen van dat rare debat over insiders en outsiders. Je zou het zelfs een onmisbare heropening kunnen noemen.

Mijn verwachtingen zijn niet hoog gespannen.

26 juni

=0=

 

Nummer veertien

Het rapport van de cie. Brinkman over de toekomst van de pers (De volgende editie) bevat diverse adviezen. Er moet met geld worden geschoven (‘jonge journalisten’), het moet fiscaal aantrekkelijker worden (omkeerregel, vervroegde afschrijving), er moet geïnnoveerd worden (‘open source’), er moet in de distributie makkelijker kunnen worden gefuseerd, er moet een einde komen aan het geruzie over de omroepgegevens (helemaal vrijgeven) en, zo lezen we in advies 14, er is onderzoek nodig naar de betekenis van de journalistiek voor de democratie. Goed idee. De vraag is waarom de commissie niet zelf op die betekenis is ingegaan. De commissie was gevraagd om een rapport voor de korte en voor de langere termijn uit te brengen, heeft besloten die twee in één rapport samen te brengen en vergeet daarbij de eerste interessante vraag, die naar de democratische betekenis. Wonderlijk. Je zou verwachten dat het antwoord op die vraag beslissend was voor de overige adviezen maar zo is het niet. De commissie heeft dus helemaal geen geïntegreerd rapport uitgebracht. Het gaat alleen over de korte termijn, het onderzoek is voor de lange termijn, de termijn waarop we – om Keynes maar weer eens aan te halen – allemaal dood zijn.

En er moet een internetheffing komen. Twee euro (de prijs van een kop koffie volgens Brinkman) per aansluiting. Een soort BTW. Waarom niet het luister- en kijkgeld teruggehaald? Dat levert meer op. Twee euro, op jaarbasis 12 miljoen bij elkaar. Niet eens genoeg voor de hele koffierekening van een beetje bedrijf. Het gaat vast om het idee, het principe, dat als er meer nieuws van het internet wordt gehaald dan van de gedrukte pers het internet moet meebetalen. Kunnen we niet ook de gratis kranten gaan meebelasten? Een opslag geheven over de gemiddelde jaaroplage?

Gebroddel. Schiet niet op. Stelt niemand tevreden want het is van alles zo’n beetje niks. Nou ja, die omroepgegevens maar dat heeft met de toekomst van de journalistiek veel minder te maken dan met de veel belangrijker kwestie van de concurrentieverhoudingen tussen gesubsidieerde omroepen en de pers. Daar heeft de commissie zich niet aan gebrand.

Nee, zoals altijd had nummer veertien nummer één moeten zijn. Sla die eenvoudige regel in de wind en je wordt nooit meer kampioen. Hoeveel koffie je ook verbruikt.

24 juni

=0=

 

Uit elkaar

De naam vind ik het mooist. European Conservatives and Reformists, het blok waarbij CU en SGP zich hadden aangesloten om hun boodschap in het Europese Parlement te verkondigen. En nu mag de SGP niet meedoen omdat de Engelse conservatieven vinden dat ze ook vrouwen op hun lijstje moeten zetten. Dat krijg je met zo’n naam, Reformisten, de SGP had het kunnen weten. Bovendien, in de bijbel staat niks over het Europese Parlement dus waar hebben we het over.

We hebben het over de vrijheid onze eigen keuzes te maken, zegt de SGP. Een merkwaardig standpunt. Je sluit je aan bij een blok en ieder gaat haars weegs. Raar blok dan, ook als het anti-reformistisch had geheten. Bovendien vindt de SGP dat de CU die vrijheid niet had. Ze zijn teleurgesteld dat de CU wel z’n eigen keus heeft gemaakt en het blok verkoos boven verdere samenwerking met hen. Tja. De omgekeerde wereld. De CU is een moderne partij, de SGP niet. Zo eenvoudig is het. Het standpunt van de SGP over vrouwen schuurt met elk gelijkheidsbeginsel en daar had de CU dan maar in mee moeten gaan? De enige vraag waar de CU een antwoord op moet geven is waarom die partij überhaupt met de SGP in zee is gegaan, en dan niet met een lijstverbinding of zo maar met een gemeenschappelijk programma. Ze hadden het ook kunnen laten en dan hadden ze nu niet ‘uit elkaar’ hoeven te gaan. Klinkt toch wat incestueus.

De CU had nog een soort geassocieerd lidmaatschap voorgesteld. Een soort Turkse status voor de SGP als het ware. In Europa maar toch ook weer niet helemaal. Politici zijn toch inventiever dan je denkt. Ironischer ook in dit geval. De SGP wijst het af. We horen erbij of we horen er niet bij is het ferme standpunt. Dan niet. Ze houden de eer aan zichzelf.

Wat heeft de SGP overigens in Europa te zoeken? Zichzelf? Geestverwanten?

Onze Lieve Heer heeft rare kostgangers, placht mijn niet-gelovige moeder met enige regelmaat te zeggen. Klopt. En nu moeten enkelen onder hen ook nog op zoek naar een nieuw pension.

23 juni

=0=

 

Bank

Sinds 1999 hebben notarissen te maken met marktwerking. Als gevolg daarvan zijn hun tarieven bij het kopen en verkopen van een huis gedaald (andere zijn gestegen). En óók als gevolg daarvan is hun afhankelijkheid van grote partijen in het onroerend goedgebeuren groter geworden. Dat is niet best want een notaris haalt 70% van z’n totale inkomen uit vastgoedtransacties. Een markt heeft effecten en neveneffecten. Ook als de laatste onbedoeld worden genoemd zijn ze er nog wel. Overigens is het een beetje de vermoorde onschuld spelen om de grotere afhankelijkheid onbedoeld te noemen. Inkomensafhankelijkheid is afhankelijkheid en een kleine notaris tegenover een grote projectontwikkelaar is geen vergissing maar gewone praktijk. We had it coming.

Op de radio hoor ik zojuist dat sommige notariskantoren in de problemen zijn geraakt. De omzet loopt terug, want het gaat niet goed met al het vastgoed. Maar dat is niet alles want sommige kantoren hebben voor bank gespeeld en zoals we weten zijn bankzaken niet zonder risico. Het kan goed gaan, het kan fout gaan. Bij de notaris kan het alleen maar fout gaan. Een notaris mag helemaal geen bank spelen en als ze het wel doet dan zou dat reden moeten zijn haar direct haar bevoegdheid af te nemen. Dat hoorde ik de voorzitter van de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie nou weer niet zeggen. Hij had over het geld van de ene notabele dat even werd gebruikt om de positie van een andere notabele tijdelijk af te dekken. Een geparkeerde erfenis benutten om een projectontwikkelaar uit de brand te helpen; dat soort zaken neem ik aan. Notabelen onder elkaar, ook al zijn niet alle notabelen ervan op de hoogte en ook al gaat de dienstverlening van de ene notabele op kosten van de andere. Moet niet kunnen. Komt voor. De voorzitter leek het wel te begrijpen. Of hij er ook begrip voor had werd niet helemaal duidelijk. Wel dat het betreurenswaardig was.

Raar toch. Dat dit kon gebeuren stond in de sterren geschreven. De ene marktwerking is de andere marktwerking niet. Wij hebben een AFM die vindt dat de hypotheekverstrekkers voorzichtiger moeten worden. De voor de hand liggende maatregel om hypotheekverstrekking en hypotheekadvies van elkaar los te weken, het advies onafhankelijk te maken en de beloning ervoor te koppelen aan tijd in plaats van aan de omvang van de hypotheek, die maatregel wordt maar niet genomen. Jammer, we hadden dan in één moeite door hetzelfde kunnen doen voor de notaris. Het zou de afhankelijkheid van de vastgoedsector verminderen, althans op dit punt.

De notaris staat onder toezicht van het Bureau Financieel Toezicht en een aantal van de taken van het bureau zijn wettelijk geregeld, in het bijzonder om verdachte financiële transacties tegen te gaan. Het bureau heeft ook regels voor de financiële positie van de notaris als zodanig. Bijvoorbeeld mag het saldo van gelden van derden en schulden aan weer andere derden niet negatief zijn. Saldo? Is deze regel niet een uitnodiging om met geld dat je niet als een bank mag beheren toch te opereren als was je een bank? Als het saldo maar positief is? Weet het BFT niet dat wat vandaag positief is morgen zeer negatief gewaardeerd kan worden?

We moeten meer aan zelfregulering doen; dat geluid is ook de notarisbranche niet vreemd. Een irrelevant geluid. Ongewenste afhankelijkheden bestrijd je niet met zelfregulering. Daar is regulering voor nodig. Maar misschien moet eerst het BFT met betere regels worden opgeknapt.

22 juni

=0=

 

Schakel

Gisteren schreef ik aan Balzac (Le Père Goriot) toe wat aan Molière (Le bourgeois gentilhomme) toebehoorde. Een opmerking over woorden en proza. Hoe ik tot deze verwisseling en onjuiste toerekening ben gekomen, ik weet het niet. Ik blader door Balzac en kan de desbetreffende passage niet vinden. Nu is het allemaal lang geleden (Molière hoort bij de middelbare school en ik heb er niets eens een exemplaar van, Balzac las ik korte tijd later) maar het blijft raar. Een vergissing, dus. Ik weet wel waarom ik aan de gewraakte passage moest denken. Ik las, in Trouw, een lang stuk van Frits de Lange, getiteld ‘Altijd de wind in de rug’. Het is een beschouwing over babyboomers die ‘weigeren in te zien dat ze een schakel zijn tussen de generaties, zelfs niet nu de ouderdom nadert’. De Lange vraagt zich af waarom.

Zijn verklaring bevat tal van lagen maar de kern is, als ik het goed heb gelezen, dat we uit een verticale samenleving vertrokken, en in een horizontale samenleving aangekomen zijn. In een verticale samenleving ben je een schakel tussen generaties, in een horizontale leeft de ene generatie geïsoleerd naast de andere. Vroeger leefden we positioneel (je positie als kind, als ouder, als grootouder), nu vindt alles op persoonlijke titel plaats. Zoiets; de terminologie is van Bernstein, de Swaan vertaalde de termen later als bevelshuishouding en onderhandelingshuishouding. Mij bevalt positie beter want met positie is gezag verbonden, het gezag dat met het verstrijken van de tijd komt en waarvoor wij als media respectievelijk het kind, de volwassene en de oudere hebben aangewezen. De mensen zelf waren er in hun verschillende levensfasen de vormen van. Media en vormen, milieu en gedrag, status en aanpassing, daar waren we klaar mee. Waren, want de wereld is een andere geworden. De posities zijn er niet meer, de personen zijn op de plek van de positie gaan zitten en in plaats van verschuldigd gezag hebben we het recht op respect. Allemaal, altijd, overal. Uniform. Wat De Lange horizontaal noemt is niet horizontaal maar uniform. In de jaren zestig hadden we lang haar en we droegen een spijkerbroek. We gingen tekeer tegen het onderscheid makende gezag en de posities die het gezag innam en we claimden het gelijke recht van elke persoon met als gevolg dat elke persoon inwisselbaar moest zijn voor elke andere. We deden dat maar half en we wisten ook niet goed wat we deden. We wisten beter wat we niet wilden dan wat we wilden. We namen geen afscheid van onze ouders, we namen afscheid van de positie van de ouder. Ons medium was niet de gedifferentieerde wereld van de positie maar de ongedifferentieerde en daardoor onbegrensde wereld van de persoon. Wij schakelden niet onze ouders uit maar de positie van het ouderschap. Vergelijk het met het terugtreden van het gezag van de godsdienst en de opmars van het ietsisme, je hoogsteigene, hoogstpersoonlijke communie met het een of het ander, weet je wel.

De Lange stelt vast dat we hetzelfde hebben uitgehaald met onze kinderen. Wij waren geen ouders maar vriendjes. Je zou zo maar kunnen denken dat de crisis in het onderwijs op dezelfde rekening mag worden bijgeschreven, de rekening van het kind als medium, hetzelfde kind dat wel moest verdwijnen omdat z’n ouders waren verdwenen. Geen ouders, geen kinderen. Ik zou denken, ander ouderschap, andere kindwereld. Dat is wat anders dan ouders en kinderen. Dat loopt niet één op één, net zoals de selectieve geschiedenis van de babyboomer die de generatie als medium opvoert, niet één op één loopt met de vele, verschillende, tegenstrijdige, aarzelende, inconsistente, proberende, uitnodigende, tegenstrevende, in de pas lopende, uit de pas lopende jonge mensen van toen, waar we gemakshalve een generatie van gemaakt hebben, een generatie als een mensentype en in dit geval een mensentype en een generatie ‘zonder intergenerationeel besef’.

De Lange heeft gepoogd mensen te beschrijven aan de hand van een rudimentair beeld van een generatie. Het omgekeerde zou beter zijn: generaties (en dus de invloed van een cohort, van periodes en van generaties strictu sensu) beschrijven aan de hand van mensen. Deels doet hij dat ook; hij heeft het ook over zichzelf. Voor een belangrijk deel doet hij het niet en daarom moest ik aan vadertje Goriot denken. Goriot is oud, hij heeft twee dochters die hem minachten en plunderen tegelijk. Hij had de positie van de ouderdom, zij de status van de adel want beide dochters waren er – mede door de rijkdom van hun vader – in geslaagd een trapje hoger op de ladder van de maatschappelijke pikorde te belanden. De posities waren incongruent en de mensen werden erdoor vermalen.

Gek, van ‘intergenerationeel besef’ geen sprake. Wel van een uiterst ‘verticale’ maatschappij. Kennelijk hebben die geschiedenissen eigen nukken en grillen. Best mogelijk dat ze elkaar in de jaren zestig zijn tegengekomen en dat we nu denken dat het niet meer dan twee aspecten van één geschiedenis zijn geweest. In dat geval is het de hoogste tijd op onze schreden terug te keren. De schakels tussen ouders en kinderen, die zijn er. Anders, maar toch. De schakels tussen personen en posities, die moeten we wat beter in het vizier houden.

21 juni

=0=

 

NUG

Mijn moeder heeft nooit geweten dat ze tussen 1940 en 1966 een nugger is geweest. Daarna was ze weduwe en werd ze ugger. Dat wist ze evenmin maar dat is het gevolg van het feit dat we de afkorting ugger niet gebruiken. Waarom, het is me een raadsel. Aan de andere kant, Vader Goriot wist ook pas op gevorderde leeftijd dat hij altijd proza had gesproken terwijl hijzelf dacht dat hij gewoon had gepraat, met woorden en zo. Hij wist het niet maar hij deed het. Mijn moeder wist het niet maar ze was het. Vele moeders wisten het niet en waren het. Zijn het zelfs.

De uitdrukking nugger is pas ontstaan toen we van een ideologie van samen leven en samen werken overstapten naar een ideologie van samen werken en samen leven. Het is het uithangbord van het huidige kabinet maar de geestelijk vader van de ideologie is de man die de ideologie voorbij dacht te zijn. Wim Kok en z’n leus van ‘werk, werk, werk’. Wie niet werkt verdient een aanduiding waaruit blijkt dat de betreffende persoon niet werkt. Daaraan danken we de nugger, de niet-uitkeringsgerechtigde die ook niet werkt en al dan niet als werkzoekende is geregistreerd. Verontrustende gedachte, niet werken en toch geen uitkering hebben of er eentje aanvragen. Aanvankelijk ging het voornamelijk om huisvrouwen van een zekere leeftijd en er werd naarstig gezocht naar mogelijkheden hen van achter hun aanrecht weg te krijgen. Maar sinds de WWB is het gezelschap uitgebreider. De huisvrouwen zijn nog steeds in de meerderheid (ze maken driekwart van het totaal uit) maar ook tal van jongelui die het maatwerk in arbeid dat hen vanuit de WWB zo dringend wordt aanbevolen niet zien zitten, hebben besloten van een uitkering af te zien. Voorspelbaar allemaal en toch laten we het er niet bij zitten. Een nugger is eigenlijk een beetje een probleem, een beetje verdacht ook. We moeten maar raden wat ze met hun tijd doen en we hebben er niet veel vertrouwen in. Het beste zou zijn als we ze aan het werk konden zetten. We doen ons best uiteraard, we vinden dat ze ook als ze al volwassen zijn ofwel naar school moeten ofwel moeten werken maar het lukt niet altijd en niet voor iedereen.

Dus schrijven we een rapport. We zoeken het uit en op. Zetten het op papier en publiceren. Deze week nog, uit de koker van het RWI en Nicis. Het onderzoeksverslag gaat niet over de betere wijken waar ook tal van nuggers wonen maar over de ‘aandachtswijken’. Die wijken wijken af van het gemiddelde, net zoals de steden afwijken van het platteland. Het gaat twee keer om hetzelfde, maar in de aandachtswijken steeds een beetje meer. Een beetje meer jonge, mannelijke, alleenstaande, allochtone nuggers dan elders. Overigens, net meer dan de helft van de nuggers is inmiddels al jonger dan 45 jaar. Dat is niet niks. Er zijn 1.3 miljoen nuggers dus meer dan 650.000 onder de 45 jaar. Hun aantal stijgt, absoluut en procentueel. Tal van arbeidsmarktproblemen kunnen worden opgelost als we hen in de kraag weten te vatten. 

Aardig is wel dat diezelfde jonge, alleenstaande enz. nuggers veel meer dan gemiddeld ingeschreven staan bij het CWI (nu het ‘werkbureau’ van het UWV), in het bijzonder als ze in het recente verleden wel eens een baantje hebben gehad maar dat weer zijn kwijtgeraakt. We hebben het dan kennelijk over mensen die niet voor een werkloosheidsuitkering in aanmerking komen – daar kom je steeds moeilijker in en je raakt er steeds makkelijker uit – en de bijstand aan zich voorbij laten gaan. De WWB is blijkbaar niet al te aantrekkelijk en de werkgerelateerde sociale zekerheid te dun.

Opmerkelijk. We zeggen de arbeidsparticipatie te stimuleren en we slagen erin voor de onderkant van de arbeidsmarkt de arbeidsparticipatie onaantrekkelijker te maken. Ooit was de nugger een product van de kostwinnerseconomie. Nu van een tekortschietende, z’n doel voorbijschietende, sociale zekerheid. De WWB was de trots van Rutte destijds. Zou hij er nog altijd even trots op zijn?

20 juni

=0=

 

De terugkeer van de WAO

Enkele weken geleden publiceerden Donner en Klijnsma hun AOW-notitie. De SER is bezig en ze wilden dat niet afwachten. Uiteraard moet de leeftijd naar 67 jaar, de pensioenleeftijd moet daarop worden aangepast, want anders. Aardig is dat ze met een omweg de WAO weer laten terugkomen. Ze zeggen het niet, maar het komt erop neer.

Met de komst van de WAO in 1967 zijn we de statistieken over beroepen en beroepsziekten en het onderzoek naar het verband tussen die twee gaan verwaarlozen. Voor de WAO was je arbeidsongeschikt als je arbeidsongeschikt was. No questions asked. Met het vervallen van de WAO had je mogen verwachten dat de databank over beroepen en beroepsziekten in ere zou worden hersteld. Het is niet gebeurd. Toch willen de minister en de staatssecretaris dat het oprekken van de AOW leeftijd niet voor iedereen in dezelfde mate zou moeten gelden. Er zijn per slot zware beroepen en hoewel arbeid de beste therapie voor bijna alles is, wilde men toch voor sommige beroepen een uitzondering maken. De zware beroepen. Alleen, we weten niet meer precies wat zware beroepen zijn.

Daar hebben de minister en de staatsecretaris iets op gevonden: dat lossen we samen wel op! Samen, dat zijn werkgevers en werknemers. Die weten wat zwaar is en ze weten ook wanneer een beroep zo zwaar is dat vervroegd de arbeidsarena verlaten een eerlijke uitweg is. Interessant. Was dat niet de praktijk bij de WAO? En liep dat niet een beetje uit de hand omdat werkgevers en werknemers daar onder omstandigheden een meer dan liberale uitleg aan gaven?

De omstandigheden zijn dat veel werkgevers maar al te graag van hun oudere werknemers af willen en dat tal van werknemers ook wel weg willen, als dat op een beetje fatsoenlijke manier kan. De WAO was altijd de achterkant van het zware beroep, de AOW is er de toekomst van. Bij elke reorganisatie, bij elke conjunctuurverslechtering zullen we het aantal zware beroepen zien stijgen. Omstandigheden. Het zwaarste beroep is het beroep der onzekerheid en juist onder die omstandigheden neemt het aantal van dat beroepen toe. En de verdeling ervan wordt schever. Inderdaad, de ouderen.

Het is een prachtnotitie. Voortaan hebben we niet alleen prachtwijken maar ook prachtnotities.

20 juni

=0=

 

Ook een manier

Dag in, dag uit worden we voorbereid op de rekening van de crisis. Het wordt erg of nog erger. Niemand die het weet, eerdere voorspellingen bleken waardeloos en de reactie is de vraag naar de volgende voorspelling. Het is als in het verkeer. Als mensen een verkeersregel overtreden zetten we er gewoon een verkeersbord bij. Helpt niets maar er is wel wat gedaan. De voorspellingeneconomie werkt niet anders. Nog een bord, en nog een bord. De verkeersregelaars kunnen alleen in borden denken, de voorspellingseconomen alleen in voorspellingen. Het doet er niet of ze uitkomen want de uitkomst van een voorspelling is slechts de volgende voorspelling. Een soort permanente winstwaarschuwing. Zodat wanneer het echt tegenvalt we niet vragen waarom de rekening zo hoog is en altijd bij ons uitkomt maar gewoon constateren dat het nog meevalt ook, of tegen. Het is een stuk makkelijker als je alleen hoeft te letten op het verschil met je door alle voorspellingen gevoede verwachtingen in plaats van met het hele bedrag. Een zegen is het.

In Engeland doen ze het anders. Ook daar voorspellingen uiteraard, maar ook het pond dat behoorlijk in waarde is gedaald de laatste tijd. Het krabbelt nu weer wat op – de olieprijzen zijn omhoog gegaan – maar de trend is naar beneden. Leuk voor de export, voor de hunne dan en niet voor de onze, minder leuk voor de mensen want hun koopkracht gaat achteruit. Maar als de exportkansen stijgen is er ook reden de kredietkraan weer een beetje te openen. Ook leuk voor de financiën want voor deflatie hoeven ze daar niet meer te vrezen. Wij wel, als de olieprijzen weer gaan dalen. Zij niet. Als het pond morgen minder waard is kun je het beter vandaag uitgeven. Dat gaat in euroland niet op; de waarde van de euro daalt niet, de prijzen wel en dus kun je beter op je geld blijven zitten. Na alle rampspoedverhalen over wat er gebeuren zou als we niet in de Eurozone zouden zitten, is dit op z’n minst een aardige kanttekening. Hoe zou het in Zweden en Denemarken zitten? Dezelfde aanpassingsmogelijkheden?

Je hebt er niet eens toezicht of toezicht-op-toezicht voor nodig. In de VS en de EU wordt gezocht naar manieren voor scherper toezicht. Obama heeft echter al moeten afzien van één toezichthouder – een belofte uit de verkiezingscampagne. Er komen er twee, naast de centrale bank een soort AFM. Te hopen is dat het minder tandeloos is dan het ding bij ons. Hier is de AFM voornamelijk irrelevant. Het beveelt hypotheekverstrekkers wat meer voorzichtigheid aan, dus dat wordt wat. Dat wordt niks want veranderen moet er vooral niets. In de VS, als ik de eerste berichten goed heb beluisterd, wordt geld in de nabije toekomst behandeld als was het een medicijn. Nieuwe medicijnen zijn alleen toegestaan na een lange en uitvoerige onderzoek- en testperiode. Staat dat lot nieuwe financiële producten te wachten? Het lijkt erop.

Het is ook een manier. Maar de Engelse variant – fluctueren van de waarde van de munteenheid – is wel zo direct. Een beetje inflatie als gevolg heeft zo z’n effecten. De ECB, niettemin, blijft in de inflatie de te bestrijden vijand zien. Ook een opvatting zullen we maar zeggen. Gebaseerd op voorspellingen wat er gaat gebeuren als we de teugels wat zouden vieren. Doem, rampspoed. Een wereld zonder voorspellingen, hoe zou dat er uit zien?

18 juni

=0=

 

Volgorde en samenhang

VVD en SP hebben met z’n tweetjes een tijdje geleden bedacht dat het nationaal historisch museum wat moest doen aan de ‘volgorde en samenhang’ van onze geschiedenis. De Kamer was het er mee eens. Waarom ook niet. We waren net klaar met het onderzoek naar de mislukte integratie (waarvan de SP al voor het onderzoek wist dat het was mislukt en er juist daarom onderzoek naar wou laten doen), het onderzoek van de commissie Blok waarvan iedereen vond dat het op zijn beurt was mislukt want de commissie baarde een rapport waarin het allemaal nogal bleek mee te vallen. Ze hebben in de kamer nog even geprobeerd het onderzoeksinstituut dat het onderzoek had verricht verdacht te maken maar die pogingen hielden snel op. Verstandig. Het lag niet aan het rapport, het lag niet aan het onderzoek, het lag aan een domme opdracht, aan een domme Kamer die dacht voorafgaand aan een onderzoek al te weten wat de volgorde van en de samenhang in onze integratiegeschiedenis was geweest.

Wat de commissie Blok niet lukte, zal met het museum alsnog werkelijkheid moeten worden. Volgorde en samenhang in de geschiedenis. Dat wordt een levendig museum; de samenhang verschuift per dag en de volgorde verschuift mee. Dat zien we aan het museum nog voordat het een museum is. Bij het water of in de open lucht; de minister heeft zo z’n idee wat het mooist is, de Kamer ook. Wij hebben een minister die weet wat mooi is. En op grond daarvan beslist, althans een beslissing voorlegt, althans bereid is op zijn beslissing terug te komen als de kamer dat wil. Dat is nog veel mooier. Bekende samenhang, heldere volgorde. Er zijn tal van voorbeelden, zeker in de politiek. Eurlings beloofde enkele maanden geleden nog dat er voor de zomer een onomkeerbare stap gezet zou worden in het feuilleton van de kilometerheffing, Hij zou een wetsvoorstel indienen. Hij heeft nu de onomkeerbare stap aangekondigd het voorstel over de zomer heen te tillen. Alles is onomkeerbaar. De geschiedenis is onomkeerbaar. Elke geschiedenis is onomkeerbaar. Het gestuntel rond het museum is onomkeerbaar.

Als de Kamer en de minister steggelen over wat het mooist is en als de Kamer en de minister zeggenschap wensen over de volgorde en de samenhang van de geschiedenis dan zijn ze ergens onderweg twee keer het spoor bijster geraakt. Nog niet eens zo heel ver terug omhelsden ze de conclusies van het rapport Dijsselbloem. Voortaan zouden ze wat en hoe scheiden. In het onderwijs dan. Een moeilijk scheiding, dat wel, en het was verstandiger geweest om het te houden op een politiek en onderwijskundig nuttig onderscheid dat in de praktijk altijd weer vervloeit. Daar heb je onderscheidingen voor maar de Kamer wenste het onderscheid tussen een scheiding en een onderscheiding te negeren.

In het gedoe over het museum vinden we het bewijs dat Kamer en minister van mening zijn dat het wat en het hoe helemaal bij elkaar horen. De educatieve waarde van het museum is één en ondeelbaar voor hen, tot en met de plek aan toe. De Kamer schrijft haar eigen geschiedenis. Een volgorde valt er wel uit te halen als we ons best doen. Maar samenhang?

17 juni

=0=

 

CdK

Nooit geweten dat een Commissaris van de Koningin zichzelf als CdK aanduidt. Ik hoorde – en zag – het Harry Borghouts doen, gisteren in EénVandaag waar men voor een beetje karaktermoord en guilt by association de hand niet omdraait. Het is zoals bij Pim (waar Pim komt, komt ruzie). Waar Harry komt, komt financiële malaise. We willen helemaal geen duidelijkheid, we willen een schuldige. Wat er vanmiddag bij de Provinciale Staten gebeurde was voor EénVandaag niet belangrijk. Aan Borghouts moet het hebben gelegen, dus meer willen we niet weten. De publieke omroep is links hoor ik geregeld. Ik, trots op links en links, maak bezwaar. De publieke omroep is niet links, de publieke omroep is storend incompetent.
Maar Borghouts mag blijven zitten. Als hij een bijbaantje hier en daar opgeeft en een deel van het politieke deel van zijn taken afstaat. Daar moest ik even over nadenken. Een deel van het politieke deel? Politiek vergeleken met wat? Ik kom in de berichten erover geen uitleg tegen. Het enige wat ik ervan kan maken is dat er een aantal taken is die de commissaris heeft omdat hij commissaris is, en dus benoemd, en een aantal andere taken die hij als gevolg van de werkverdeling binnen Gedeputeerde Staten heeft gekregen. Gaat dat deel eraan of deels eraan? Genoemd zijn huisvesting, personeel, interne ICT, internationale betrekkingen, facilitaire en juridische zaken. Een vreemd rijtje. Internationale betrekkingen, daar kan ik wat bij denken, voor zover het om de representatie gaat. De overige zaken? Zijn die politiek? Het zijn organisatorische zaken en ze veronderstellen een stevige administratieve organisatie, een klus waarmee de gedeputeerde met P&O in diens portefeuille was belast. Alleen wist die het niet. Net zoals Borghouts niet wist dat hij van z’n bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de centen wat moest maken. Ze hadden echt naar een ‘concerncontroller’ gezocht zei de goede man, de accountant had er ook nog op gewezen dat zoiets nodig was, maar vind zo’n functionaris maar eens met de bescheiden middelen van de provincie. Goedkoop is duurkoop. En verder werd over de financiën eigenlijk niet gesproken. Zo’n baan, het is een sinecure. Daar doen we niet meer aan en dat waren ze daar even vergeten. Dat is alles. Een leermoment. Wie weet, het begin van een cultuuromslag.
Ik ben niet de baas van een bedrijf zei Borghouts. Ik ben er ook niet voor het toezicht op de financiën. Zou het toeval zijn dat nergens is omschreven (ook niet in het onderzoeksrapport van vorige week – de aanleiding voor het opstappen van Gedeputeerde Staten) wat de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor de financiële controle dan wel inhoudt? Dat daar ook in de Provinciale Staten niet over is gesproken, laat staan dat het is ingevuld?

Geen toeval. Dan is het ook niet erg dat de CdK mag blijven zitten.

16 juni

=0=

 

Welk examen?

Nog in de 19e eeuw werd bij een arbeidsconflict de werkgever op zijn woord geloofd. De arbeider had het nakijken. Heel transparant maar weinig eerlijk. Ook weinig bevorderlijk voor goede arbeidsverhoudingen. Maar wel weer voor gezond wederzijds onbegrip, gezonde minachting en gezond wantrouwen.

Die tijd is voorbij. De arbeider werd werknemer, de werknemer medewerker, de medewerker werd menselijk kapitaal, het menselijk kapitaal werd het belangrijkste kapitaal van de onderneming. Waar dat moet eindigen, niemand die het weet. Het kapitalisme is in crisis en, al was het maar per implicatie, het menselijk kapitaal eveneens. We laten de moed niet zakken.

Wie in Nederland inburgeringsexamen aflegt heeft wel wat weg van die 19e eeuwse arbeider. Daaraan liggen verschillende oorzaken ten grondslag. Het komt in de eerste plaats door het, decentrale, praktijkexamen. Naast dat examen moeten er nog drie centrale examens (bij de Informatie Beheer Groep) worden gedaan, waaronder een elektronisch praktijkexamen. Daarin wordt de kandidaat op zo’n beetje dezelfde onderwerpen bevraagd als in het andere praktijkexamen maar het moet toch. We gaan niet over één nacht ijs. Bovendien lijkt het tweede praktijkexamen wel op het eerste maar er is wel degelijk verschil, want in het gewone praktijkexamen ben je niet alleen afhankelijk van de IB-Groep maar ook van tal van mensen die je gesproken hebt of bij wie je iets op schrift hebt laten zien. De sporen daarvan, of de ‘bewijzen’, komen in je portfolio. Je kunt ook met ‘assessments’ werken maar gelet op de weinige tekst die de ‘Examen Doen’ folder van de IB-Groep daar voor over heeft is dat niet aan te bevelen. Het portfolio bevat als het compleet is dertig bewijzen van hoe je je in praktijksituaties weet te weren. Kies je voor assessments dan moet je zes praktijksituaties nadoen. Doen of nadoen, dat is een verschil. Ik weet niet hoe moeilijk het nadoen is, maar omdat alleen al het doornemen van de gecompliceerde uitleg van de IB-Groep over de diverse examens (en de procedures die je moet volgen voor al die examens, met het praktijkexamen als hoogtepunt) een ontwikkeld begripsniveau vereist, neem ik maar aan dat nadoen heel lastig is. Of je het goed doet wordt beslist door een examinator inburgeringsexamen en een assessor. Het nadoen moet aan tal van heel precies omschreven eisen voldoen. De examinator moet per geval bekijken of een beetje bijsturen nuttig is. Of niet. Je moet maar hopen dat de examinator en de assessor wat in je zien.

Nadoen is complex maar doen is evenmin een fluitje van een cent. Je hebt bewijzen nodig, dat je kunt spreken, dat je kunt schrijven en dat je daarbij de nodige informatie weet te verzamelen, de nodige stappen weet te zetten (op weg naar een baan bijvoorbeeld), dat je je neus op de school van je kinderen laat zien, dat je je houdt aan de dagen waarop vuilnis wordt opgehaald, dat je je buren kent en nog zo wat. Je moet in je bewijzen bewijzen dat je van verschillende markten thuis bent. Een boel gedoe maar daar ligt het bezwaar niet. Het bezwaar is dat je gesprekspartners beslissen over de vraag of jouw bewijs wel een bewijs is. Dat kunnen ze doen. Ze hoeven het niet te doen. Uitleg is niet vereist en er wordt ook niet om gevraagd. De gesprekspartner wordt op z’n woord geloofd. Het uitgangspunt bij de gesprekspartner is welwillendheid. Mooi uitgangspunt. Weinig realistisch ook. En eenzijdig; van de welwillendheid van de inburgeraar laten we het niet afhangen.

Het praktijkexamen kan een forse hindernis opwerpen en een hindernis bovendien die met het kennen en kunnen van de inburgeraar niets te maken hoeft te hebben. Dat is nog niet alles. Een tweede oorzaak is dat deze examens onder het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie vallen en niet onder OCW. Daarmee zijn de examens niet geïntegreerd in de regelingen van het College voor Examens (het CEVO). Evenmin gelden de eisen die regulier aan de kwaliteit van het onderwijs worden gesteld voor de inburgeringscursussen. De ene gemeente maakt er dit van, de andere gemeente weer wat anders. En nergens gaat het goed. Een inspectie voor de inburgeringscursussen is er niet, die voor onderwijs wel. De opmerkelijk gecompliceerde aanvraagprocedure voor het inburgeringsexamen wordt op z’n minst geëvenaard door de ingewikkelde rompslomp rond de aanbesteding van de inburgeringscursussen en het elk wat wils rond de feitelijke aanbieding van de cursussen. De uitkomsten zijn slecht, de regels nog veel slechter. Dat kan geen toeval zijn, ook al en omdat  het op kosten van de inburgeraar gaat. Er zijn veel inburgeraars die we niet nodig hebben en deze gang van zaken is er een bevestiging van. De oorzaak van de krakkemikkige opzet is dat we ze niet willen hebben.

Dat brengt me bij een derde oorzaak. De huidige regeling is discriminerend. Je kunt namelijk ook aan een inburgeringsdiploma komen door het afleggen van een staatsexamen NT2. Die mogelijkheid wordt in de brochure ‘Examen Doen’ niet vermeld maar hij is er wel. Het kan op twee niveaus, zij het dat beide niveaus hoger liggen dan bij de inburgeringsexamens. Het rare is dat een NT2 diploma voor wat betreft het burgerschap equivalent is aan een inburgeringsdiploma op grond van een inburgeringsexamen. Dat is raar want dan valt niet in te zien waarom het ene wel en het andere niet gecontroleerd moet worden door OCW of CEVO. Het is ook raar dat als je moet inburgeren voor hoger opgeleiden respectievelijk voor kansrijke inburgeraars andere inburgeringscriteria gelden dan voor lager opgeleiden respectievelijk kansarmen. Dat is discriminatie, althans zolang niet is aangetoond wat opleiding en kansen te maken hebben met de kwaliteit van je burgerschap. Welk examen wordt eigenlijk afgelegd bij inburgering?

Het inburgeringsexamen kent een onnodige en onnodig verwarrende aanvraagprocedure, het levert de kandidaten uit aan de luimen van hen met wie ze in gesprek gaan, het is gebaseerd op afwijzend beleid en het is discriminerend. Genoeg om er in deze vorm afscheid van te nemen? Ik hoop van wel. We leven niet meer in de 19e eeuw.

15 juni

=0=

 

Naamsbekend

René Cuperus heb ik één keer ontmoet, begin vorig jaar bij de Wiardi Beckman Stichting. Een alerte en nieuwsgierige man met wie het prettig discussiëren was. Met enige regelmaat heb ik ook zijn columns gelezen, in de Volkskrant op zaterdag. Stond ook altijd iets in waar ik wijzer van werd. In de aanloop naar de verkiezingen hield Cuperus bovendien een weblog bij en daar valt uit af te leiden hoe je zowel zeer pro-Europees kunt zijn als kritisch ten opzichte van wat er tot dusver van de EU is gemaakt. De stelling van Cuperus is dat het PvdA programma voor de parlementsverkiezingen heel goed was, het beste ooit. Waarom? Omdat het op dezelfde manier pro en kritisch was. Op datzelfde programma heeft, overigens, ook Thijs Berman ingetekend. Of het het beste programma ooit is, ach dat is een kwestie van smaak. De toetreding van Turkije is daarin niet meer een kwestie van tijd en voorwaarden aan Turkije alleen, maar ook een kwestie van principiële herbezinning over wat de EU nog aankan. Wat kunnen we aan? Tja, nu niet zoveel, maar op termijn? Je weet maar nooit en soms moet je een afspraak ongedaan kunnen maken. Dat kan fatsoenlijker zijn dan de zaak maar in het vage te houden. Dat is nieuw. Noem het een succes voor Cuperus want hij heeft deze meningen al jaren lang verkondigd. Wat het betekent – behalve dat aan hen voorwaarden worden gesteld en bij ons het sentiment de doorslag mag geven – voor de uitkomst? Hoe inwisselbaar zijn niet-inwisselbare grootheden? Zien we nog wel.

Ik ken de cijfers niet maar het zou me niks verbazen als de ‘naamsbekendheid’ van Cuperus groter was dan die van, zeg, Judith Sargentini, de lijsttrekker van GL. Het zou me evenmin veel verbazen als de naamsbekendheid van Berman groter was dan die van Sargentini. Toch won Sargentini en Berman en Cuperus verloren. Trouwens, hoe zit het met de naamsbekendheid van Judith Merkies, nummer 4 op de PvdA kandidatenlijst maar – met voorkeurstemmen – toch gekozen? Misschien omdat haar naam niet maar haar geslacht wel telde?

René Cuperus stemde een paar jaar geleden tegen het voorstel voor een Europese grondwet. Mede dankzij Wouter Bos heeft dat voorstel, marginaal cosmetisch aangepast, het toch gehaald. Ja maar, zegt Bos (de Volkskrant van gisteren), daarom heb ik nu Cuperus gestemd want die tegenstemmers van toen hebben recht op vertegenwoordiging. Het is een argument van grote schoonheid. Het signaleert exact wat de PvdA doet: zich niets gelegen laten liggen aan de uitslag van het referendum en toch proberen mee te liften op de afkeer van ‘Brussel’. De vijfde plaats van Cuperus op de kandidatenlijst is er het symbool van. Vrijwel kansloos en toch niet vergeten. En met wat meer voorkeurstemmen had René het nog gehaald ook. Voortaan wat meer naamsbekendheid regelen?

Wij waren te genuanceerd zeggen ze bij de PvdA. De boodschap was goed maar kwam niet goed over. Daar moeten we in een volgende campagne beter op letten. En ervoor zorgen dat een zwaargewicht de kar gaat trekken. Dan weet je het wel. De PvdA was helemaal niet ‘genuanceerd’. De partij wou gewoon van twee walletjes eten en dacht dat de kiezers toch te stom zouden zijn om dat door te hebben. Maar zelfs als kiezers stom stemmen zijn ze het nog niet.

Mevrouw Dijksma gaat voor de PvdA de ‘analyse’ doen. Dat is een hele opluchting. Als het oordeel al vastligt kun je het best in zee gaan met iemand die daar niet aan twijfelt, die in staat is daar de ‘analyse’ op aan te passen en, de belangrijkste kwalificatie-eis, die het verschil tussen analyse en oordeel niet kent. Inderdaad, mevrouw Dijksma. Het komt helemaal goed. Maar hoe zit het met haar naamsbekendheid?

14 juni

=0=

 

Meewegen

Zo af en toe gooi je eens een visje uit om te kijken of een grotere vis wil happen. Zo, dus, maakte een CDA parlementariër gisteren bekend dat ze nog wel achter de afspraak stond om het aantal koopzondagen te beteugelen maar, zo voegde ze er aan toe, de economische werkelijkheid mogen we ook niet uit het oog verliezen. De economie moet wel meewegen. Het realiteitsprincipe van het CDA in botsing met het principe van de zondagsrust? Ja dus. De vraag is, als twee principes met elkaar strijden wie is dan de scheidsrechter? Wie hanteert de meeweegschaal? Belangwekkende vraag. Voor de hand liggend antwoord.

Waar ik benieuwd naar ben is wat het CDA als de economische werkelijkheid ziet. In slechte tijden leggen vele kleintjes, ook in het winkelbedrijf, het loodje. De zondagsopening was al niet in hun voordeel en politici die daar nu prettig soepel over zijn ook niet. Gelukkig voor het CDA staat de PvdA dezelfde werkelijkheidszin voor. Alweer de economie. Er wordt onderzoek naar gedaan en, zo zegt de CU, dat wachten we dan maar af. Ook daar dus, zij het dat het CDA door de CU wordt aangeraden hun oren niet te veel te laten hangen naar het grootwinkelbedrijf. Je kunt het altijd proberen maar veel zal de CU er niet van verwachten. Het CDA heeft z’n eigen afwegingen. Daar moet je niet in willen treden. En zegt de CU zelf ook niet dat niemand tot het onmogelijke gehouden is? Dat de schoorsteen moet roken? Goddeloze uitspraken, op de keper beschouwd, maar  de mensen besteden toch al zo weinig, de florissante omzetten van de grootgrutters daargelaten. Dat moet je niet uitvlakken. En dan nog. De VVD was altijd al sterk voor meer koopzondagen. Bij elkaar en ook zonder de CU zijn CDA, PvdA en VVD een riante Kamermeerderheid.

Iedereen mag de economische werkelijkheid verzinnen waar ze prijs op stelt. Je gaat je gang maar. Zolang je niet aan de status van het CPB komt want aan hen is door mevrouw van der Hoeven het onderzoek uitbesteed. Aan wie anders? Dat weet de CU ook wel en daar verzet het zich ook niet tegen. De politieke werkelijkheid, daar gaat het om. Dat is de meeweegschaal. De SGP erkent die schaal niet, de CU wel, en daarom zit de CU in het kabinet en de SGP niet. Wat zou anders de doorslag moeten geven, in de politiek? Gewoon, neuzen tellen en taxeren of Spakenburg in de toekomst niet in de zondagcompetitie kan spelen. Heeft het hele gezin ten minste wat te doen op die saaie zondagmiddagen. Aardige uitkomst. Niet helemaal voorspeld maar desondanks best wel iets om mee te nemen in het meewegen.

Het ministerschap voor jeugd en gezin heeft onverwachte kanten. Winkels op zondag, sport op zondag. Of maakt de minister, net als het CDA, z’n eigen afwegingen? Kan. Misschien dat Rouvoet een bondje kan sluiten met Koenders. Die is namelijk, lees ik in het blad Internationale Samenwerking, tegen onze consumptieverslaving. Femke is ook al tegen. Balkenende kan het zich, nu hij als rechtgeaarde calvinist uit de kast is gekomen, niet eens permitteren voor te zijn. Verplicht afkicken op zondag – noem het een optie en je doet weer helemaal mee.  

13 juni

=0=

 

Terugdraaiboek

De Raad van Bestuur van het UWV heeft een ‘terugdraaiboek’ opgesteld. Wat is een terugdraaiboek? Ik hoorde het woord gisterochtend op de radio waar een woordvoerster een uitleg gaf over een door de Ondernemingskamer gedane uitspraak. Ze wist niet precies om hoeveel terug te draaien functies het ging en ook niet om hoeveel mensen die daarbij waren betrokken geweest en die er soms zelfs een verhuizinkje tegenaan hadden moeten gooien. De woordvoerster bevestigde het probleem: bij de UWV weten ze niet wat ze doen want ze weten niet wat ze hebben gedaan en dus weten ze niet wat ze moeten doen. Het lijkt de Noord-Zuid lijn wel waarvan Veerman constateerde dat het probleem niet technisch maar organisatorisch was. Dus komt er extra management. De gemeenteraad is er helemaal mee akkoord. Organisatorisch gezien hadden we ook niets anders kunnen verwachten. Het is wachten op een doordraaiboek.

Waar het bij de UWV aan ligt is lastiger te achterhalen. De directie heeft in elk geval buiten de ondernemingsraad gerekend en dat is onhandig. Alles moet altijd haastig, zij het dat de directie dat niet heeft bedacht maar als regel de Tweede Kamer en de minister van SZW. Gaat al jaren zo en het gaat al jaren niet goed. Eerst hadden we aparte uitvoeringsorganisaties en een aparte arbeidsvoorziening en we hadden een aparte landelijke club (Tica, daarna Lisv) die wat moest coördineren en adviseren over premies en de hoogte daarvan. Moest allemaal weg. De UWV kwam, integreerde de afzonderlijke uitvoeringsorganisaties en ook het Lisv. Het besluit daarover ging zo snel dat de politici meenden dat de invoering van die nieuwe organisatie ook heel snel kon. Begrijpelijke misvatting maar wel een misvatting. Zoiets staat niet op zichzelf. We doen niet aan incidenten, wel aan precedenten. Dus werd begin 2005 de inning van de premies weggehaald bij de UWV en doorgeschoven naar de belastingdienst. Die daar enige problemen van heeft ondervonden en ondervindt. En de UWV moest zich ook weer aanpassen. Minder werk, andere verdeling van werk, opheffen functies, andere standplaatsen. Dat soort dingen. Moet wel snel gerealiseerd worden. Te snel misschien wel. Is dat de achtergrond van de klacht van de ondernemingsraad geweest? Het zou zo maar kunnen.

Per 1 januari 2009 is de oude (dat wil zeggen: nog zeer jonge) arbeidsvoorziening (CWI) opgeheven en als werkbureau bij de UWV ondergebracht. Perfecte timing, de werkloosheid loopt op en hoe kun je mensen beter helpen dan met één loket? Zeg nou zelf. Achter dat loket moet dan uiteraard weer het nodige veranderen, in functies, in standplaatsen, in het inschuiven van voormalig CWI personeel in de UWV maar natuurlijk niet allemaal omdat we efficiencywinst zullen boeken en dat nu al inboeken enz.

Als ik de directie van de UWV was zou ik voortaan alleen nog heenenweerdraaiboeken opstellen. En die dingen tijdig voorleggen aan de ondernemingsraad uiteraard.

12 juni

=0=

 

Afdruk

Gelukkig heb ik net m’n paspoort laten verlengen dus de komende jaren zijn mijn vingerafdrukken nog van mij. Maar daarna zal ik er aan moeten geloven als ik althans nog een stukje verder wil reizen. Bovendien, waar maak ik me zorgen over? Het paspoort is niet eens mijn eigendom; het is (en blijft) eigendom van de staat, net zoals mijn privacy dat is.

Gelukkig kunnen we de EU de schuld geven; dat de Eerste Kamer akkoord is gegaan wordt toegeschreven aan het feit dat we die richtlijn nu eenmaal moeten invoeren. Geen ontsnappen aan want hoewel tal van lidstaten ofwel erg creatief met zulke richtlijnen omspringen of ze gewoon niet overnemen doen wij dat anders. Wij doen het omdat het moet en het moet omdat het is voorgeschreven, niet omdat we het willen. Wij zijn een beetje zoals minister Plasterk. Toen de PvdA nog een partij van onderwijzers was werd er nog geluisterd naar de onderwijzer en daar kwamen de kiezers vandaan. Gewone mensen en zo. Nu is de PvdA een partij van doctorandussen en daar luistert natuurlijk niemand naar. Conclusie van Plasterk: laten we dan maar naar de gewone mensen luisteren, dan komen die kiezers ook wel weer. Een luisterend oor, je moet er maar opkomen. Maar aan de andere kant, als het om de EU gaat reageert de Nederlandse politiek alsof de EU de onderwijzer van weleer is. Wij luisteren wel en doen wat de meester zegt. Dat heet het goede voorbeeld geven. Je moet het alleen ook nog goed uitleggen en daar schijnt het aan te schorten. Zegt het kabinet. Enige gelijkenis met eerdere kabinetten Balkenende kan dit kabinet niet ontzegd worden.

De EU richtlijn stamt uit 2004. Dus is het geen EU richtlijn maar een Bush richtlijn. Voor de EU was Bush de ouderwetse schoolmeester. Dan doe je wat van je gevraagd wordt. Logisch. Binnenkort hebben we allemaal een paspoort met daarin de hoogstpersoonlijke afdruk van George Bush. Dat zal de veiligheid pas echt vergroten. Jammer eigenlijk dat ik mijn paspoort nog maar twee maanden geleden heb ververst. Nu moet ik nog jaren geduld oefenen en geduld is net als de onderwijzer van vroeger: bestaat niet meer. Dat wordt afzien.

11 juni

=0=

 

Aangeboren

Homo zijn en homo doen, hoorde ik gisteren. De Raad van State brengt advies uit over het personeelsbeleid op bijzondere scholen en stelt vast dat die scholen homo’s niet mogen uitsluiten omdat ze homo zijn, maar ook dat homo’s het wel netjes moeten houden. Fatsoen moet je doen; eindelijk een toepassing voor deze Balkenendenorm. Netjes conform geloofsartikelen dan. Over stropdassen hebben we het niet. Hoewel? Het staat elke school vrij een grondslag te kiezen en omdat elke drie gelovige Nederlanders goed zijn voor op z’n minst voor één schisma, en misschien wel twee, hebben we veel grondslagen en nog meer interpretaties van die grondslagen. Als man en vrouw voor elkaar geschapen zijn, zijn dan ongehuwde juffen en meesters toegestaan? Hoe lang? En als ze al getrouwd zijn maar geen kinderen willen, wat doen ze dan als het licht uit is? Dat is veel erger dan die homo’s want die – zo gaat het verhaal – kunnen hun geaardheid niet kiezen, maar ongehuwd blijven of geen kinderen willen als je ze wel kunt krijgen: dat is wel degelijk kiezen. Een openlijke uitdaging aan het dogma, dat is het. Inderdaad, allemaal interpretatieproblemen, allemaal grondslagen.

In de hoogtijdagen van het feminisme besloten tal van vrouwen de lesbische liefde uit te proberen. Dat kon serieus zijn, omdat juist dat bij je paste en iets anders niet; soms was het niet serieus en bleef het bij wat experimenteren. Om uit te vinden wat wat is, is niet zo gek. Het zal bij de heren der schepping niet anders geweest zijn. Gewoon even proberen. Komt ongetwijfeld voor. Komt uiteraard nog voor. Moet kunnen zou ik denken. Maar het betekent wel dat het argument van ‘aangeboren’ niet altijd geldig is. Het betekent ook dat de grens tussen homo zijn en homo doen niet scherp getrokken kan worden. Je kunt homo zijn en homo doen, je kunt homo zijn en homo niet-doen (ik zag een refo van die signatuur gisteravond bij Knevel en Van de Brink, het komt dus voor), je kunt homo doen en homo niet-zijn, nou vooruit nog-niet-zijn of nog-niet-zekerweten-zijn. Er kan veel maar niet alles.

Kun je ook homo zijn zonder homo te zijn, bijvoorbeeld door te zeggen dat je het bent omdat je denkt dat je het bent maar het eigenlijk niet bent? Moet ook kunnen.

Ik vind dat al die geloofsmensen bij zichzelf te rade moeten gaan met wat ze nu eigenlijk bedoelen met hun zogenaamde concessie dat homo zijn aangeboren is. Zijn zonder schijnen is geen zijn zei Hannah Arendt al en dat is niet de enige verstandige uitspraak van haar. Voor zover de Raad van State een zijnstoestemming heeft verbonden aan een verschijningsverbod moet het huiswerk over worden gedaan. Geen zijn zonder schijn. Desnoods maken we daar een nieuw grondwetsartikel van.

10 juni

=0=

 

Onderuit

Zijn de socialisten in Europa onderuit gegaan? Het was een kop, gisterochtend, in de digitale NRC. Het is maar hoe je het leest. Mijn voorstel voor een kop was geweest dat Europa in Europa onderuit is gegaan. Niet de crisis van het kapitalisme dat de socialisten een overwinning had moeten bezorgen maar het niet deed, is de te citeren reden. Als Europa, in de gedaante van de EU, iets duidelijk heeft gemaakt is dat van een Europese aanpak van de crisis geen sprake zal zijn. De lidstaten beschermen zichzelf, niet de Unie. Daar hoef je dus ook geen stem over uit te brengen. Zeker als je voor een sterkere EU was kwam stemmen neer op een gebaar, niet op enigerlei gedachte aan of hoop op meer macht voor diezelfde EU. De thuisblijvers hadden gelijk. De EU heeft zich, niet voor het eerst, zelf gediskwalificeerd.

Trouw kopte, ook gisterochtend, dat Europa z’n toevlucht bij rechts zoekt en legt uit dat de kiezers in tijden van economische crisis een conservatieve wending maken. Je zou denken dat de crisis er niks mee te maken heeft want hoe zouden we anders de recente zege van Obama moeten classificeren? Had John McCain daar dan niet een veel grotere kans gehad moeten hebben, gegeven de economische crisis? Zijn de Amerikanen voor de gek gehouden, of hebben ze zich gek laten maken door die ene man met z’n mooie toespraken?

In de Amerikaanse verkiezingen ging het niet over afzonderlijke staten en ook niet over regio’s of over bevolkingsgroepen. In die verkiezingen ging het over het geheel van de staten, over de gehele federatie dus. Het heet niet voor niks de Verenigde Staten van Amerika. In Europa ging het over van alles en nog wat maar niet over het geheel. En als het over Europa ging dan ging het tegen Europa. Zo hadden de partijen die de EU willen beperken tot een geharmoniseerde markt de mond vol van de bureaucratische rimram uit Brussel. Beteugelen die handel! Een beetje socialist had erop gewezen dat het leeuwendeel van die regels de producten van marktinrichtingen en concurrentiebepalingen zijn. Nee dus. Een beetje socialist had erop gewezen dat het met de Euro in de EU anders is geworden: meer beperkingen op een eigen nationaal beleid en dus meer behoefte aan een Europees beleid met betrekking tot, bijvoorbeeld, werkgelegenheid. Of de financiële crisis. Of hun combinatie. Was dat niet hun taak, de taak van socialisten,  geweest? Meer dan die van andere partijen en, had het plaatsgevonden, meer waard dan wat obligaat geneuzel over de fundamentele verandering van het kapitalisme die er beslist ging komen maar nu nog even niet omdat eerst het kapitalisme fundamenteel moest worden gerestaureerd? Ik heb het niet gehoord. Het zal ze niet in dank zijn afgenomen. Dat heb je met wanklanken.

Ook de socialisten waren bezig met hun eigen land, hun eigen positie als lidstaat, hun eigen muren, hun eigen bescherming. Soms in de regering, soms daarbuiten. Ze hadden al lang tegen de EU gestemd voordat er gestemd werd. Hun kiezers hebben dat kennelijk herkend en niet op prijs gesteld. En zijn thuisgebleven of hebben, zoals in Nederland en wie weet ook in Vlaanderen met de partij van Verhofstadt, op andere, pro-Europese, partijen gestemd. Het verlies van de socialisten is de beste indicator van het verlies van de EU.

De EU is zichzelf tegengekomen en is zo geschrokken dat het onderuit is gegaan.

9 juni

=0=

 

Vooruitgang

Pas bij vooruitgang op het gebied van beter bestuur, respect voor de mensenrechten en bestrijding van de corruptie komt er geld. Dat zei minister Koenders toen hij premier Tsvangirai van Zimbabwe op bezoek had. Een mooi standpunt. Bovendien, Zimbabwe ligt in Afrika en daar hebben we al een tijdje niet veel meer te zoeken. Maar gesteld dat Zimbabwe ergens anders zou liggen, bijvoorbeeld in Azië, ongeveer op de plek waar Afghanistan zich bevindt? Gaat het daar goed met het bestuur, met de mensenrechten, met de strijd tegen de corruptie? Hoeveel ‘vooruitgang’ is er daar geboekt, de laatste jaren?

Het vermoedelijke antwoord is dat Zimbabwe het, in de korte periode dat Tsvangirai door Mugabe wordt gebruikt om zijn eigen aftocht te dekken, beter heeft gedaan dan Afghanistan. In Afghanistan worden binnenkort verkiezingen gehouden en Karzai lijkt niet van plan ermee op te houden. De huidige politieke en bestuurlijke situatie wordt gecontinueerd en de richting daarvan is treurig. Karzai begint een beetje een probleem te worden, maar tot dusver heeft zich geen alternatief gepresenteerd. Zegt men en Karzai zegt het na. Kritiek vanuit de VS? Kijk naar je eigen, zegt de goede man en wijst naar de vele burgerslachtoffers van de oorlog, veroorzaakt door de Taliban, veroorzaakt door de buitenlandse troepen en bommen. Zo is het maar net. In Zimbabwe maakte Mugabe de nodige burgerslachtoffers, in Afghanistan doen een heleboel clubs dat. Wel laten we gedurig onderzoek verrichten, meestal met wisselende uitkomsten. En overigens doen zij het met opzet en wij per ongeluk. Daar kunnen wij mee leven, een wat slecht geweten daargelaten. Zij niet natuurlijk maar een mens kan niet alles hebben.

Wat Koenders tegen Tsvangirai zei heeft met Zimbabwe zo ongeveer niets te maken. Het heeft alleen met Afrika te maken en Afrika is heel ver weg. Te ver weg om interessant te zijn. Zoek het zelf maar uit is toch de beste ontwikkelingshulp?

Tsvangirai wist het ook wel. Hij was hier, en hij reist nog door, om het contact te herstellen. Geld? Nee, daar ging het niet om. Een beleefde man die er niet eens over klaagde dat noch de premier, noch de minister van buitenlandse zaken hem ontving. De Kamer zal er ook niet over klagen. Zimbabwe is Afghanistan niet. En het ligt ook niet in de buurt van Tibet. Koenders was goed genoeg.  

8 juni

=0=

 

Sekte

Waar de PVV z’n winst vandaan heeft gehaald is nu bekend. Voor een heel klein stukje (nog geen 5%) van de PvdA. Wat meer, maar nog onder de 10%, komt van het CDA en, heel bijzonder, van de SGP. Maar de grote klappers zijn gemaakt op kosten van de SP (21%) en de VVD (27%). De PvdA, daarentegen, heeft z’n kiezers niet aan Geert verloren, maar aan Groen Links en nog meer aan D66.

Ronald Plasterk vindt het een goed idee om met de PVV stemmers te gaan praten, kennelijk in de veronderstelling dat zijn partij daar z’n stemmen aan kwijt is geraakt. Een soort herhalingsoefening dus; het is al eerder gebeurd om de stemmers op Pim weer te paaien en terug te brengen in het sociaaldemocratische kamp. De rare integratienota is er een laat product van, de val van Vogelaar ook, en de opmerking van Van der Laan, gisteren, dat gezinshereniging de inburgering bedreigt, staat in hetzelfde teken (geen kansarmen meer zegt de minister, van een partij die kennelijk ook van deze ideologische veren wil worden verlost. Of ging het daar de hele tijd al over?). Ik neem maar aan dat de inhoud en de timing van deze opmerking helemaal door de verkiezingsuitslag zijn bepaald.

Het is heel interessant wat de PvdA nu gaat doen. Na deze verkiezing zou je zeggen, ga eens praten met de stemmers op de direct aangrenzende partijen van D66 en GL en laat Plasterk en Van der Laan in hun sop gaar koken. Zij denken dat de winst op rechts te halen is maar voor rechts is Europa geen Europa maar een aanval op Nederland en Nederland moet gered worden. Moet je dan een beetje hetzelfde doen, maar dan in het nette? Als dat gebeurt weten we één ding zeker en dat is dat ook in de PvdA de belangen van de EU eventjes niet tellen. En niet telden. Je zou zomaar uit de verkiezingsuitslag kunnen afleiden dat de kiezers die D66 en GL hebben gestemd dat ook perfect door hadden.

Uit wat de PvdA nu gaat doen moet blijken nog of de partij de verkiezingsuitslag leest als een stemming over de EU of als een stemming over het kabinet. Officieel is het standpunt dat het om de EU ging, maar dat zeggen verliezers altijd en de reactie van Plasterk en de uitspraak over gezinshereniging van Van der Laan wijzen ook de andere kant op. We moeten maar hopen dat het niet die kant op gaat, maar je weet nooit. De PvdA is al wat langer gebiologeerd door de ruk naar rechts en weet niet goed of ze zich daar bij aan moet sluiten of toch maar niet.

Ik lees een boek over de milieubeweging. Risk and Culture is al een wat ouder boek (uit 1982), geschreven door Aaron Wildavksy en Mary Douglas. Het boek is een toepassing van het group/grid idee, ontwikkeld door Douglas. Groep staat voor afgrenzing van anderen, zeg maar wij/zij. Grid (rooster, raster) staat voor de mate waarin de leden van een groep zich aan regels binnen de groep, voor hun gedrag ten opzichte van elkaar, te houden hebben. Noem het systeem/omgeving en structuur en je bent er. De stelling in het boek is dat marktadepten laag scoren op zowel groep als raster, bureaucraten op beide hoog scoren en sektariërs (niet helemaal en ook niet helemaal intuïtief en ook niet altijd) hoog op groep en laag op raster. Je zou nog een vierde blokje verwachten (ze noemen het de geïsoleerden, die hoog op raster scoren en laag op groep; dat blokje wordt eigenlijk niet behandeld, maar we kunnen denken aan illegalen, aan de verzameling die wij allochtonen noemen en aan tal van regels onderwerpen, aan de ‘uniforme klasse’ van Max Weber). De illustraties in hun boek zijn religieuze sekten en de milieubeweging maar je kunt het zonder veel problemen op tal van andere terreinen toepassen, inclusief politieke partijen en bewegingen.

Sektarisch gaat gepaard met waarschuwingen voor een naderend einde (de tsunami van Wilders) en het zeker weten wat daar de oorzaken van zijn (de islam) en waarom er niks aan (tegen) wordt gedaan (de ‘linkse politieke elite’). De omgeving is geïnfecteerd, uiteraard met het multiculturele virus, en de enige manier om je daartegen te wapenen is de grens tussen jezelf en de anderen steeds scherper te trekken en steeds meer te verabsoluteren (een cordon sanitaire waarvoor je de verantwoordelijkheid uiteraard bij de anderen legt). Daaruit volgt dat wat hen moet worden ontzegd, voor jou niet opgaat. Zij moeten worden ingeroosterd en in een strak rooster bovendien; wij aan onze kant hebben dat niet nodig want wij zijn al vrij. Zij een hoge score op raster, wij een lage. Wij hebben wat nodig is al lang geïnternaliseerd. Het is deel van onze identiteit, van onze cultuur.

Sekten van deze snit kunnen uiterst autoritair worden geleid maar een hiërarchie wordt gemeden als de pest. Een sekte bestaat bij de gratie van discontinuïteit, een hiërarchie bij de gratie van continuïteit. De organisatievorm pas zich daarop aan, de PVV is geen partij in de zin van het verenigingsrecht en beschermt het gezag van de leider door het tegengaan van organisatie. Projecten (verkiezingscampagnes bijvoorbeeld) ja, bureaucratische organisatie nee. Het is interessant na te gaan hoe de PVV zich organisatorisch zal voorbereiden op de gemeenteraadsverkiezingen maar een soort leefbaarheidsformule (lokale en autonome afdelingen die, als waren het franchisenemers, het logo en de leuzen adopteren en het verder, in een antibureaucratische teneur, zelf maar moeten uitzoeken) lijkt voor de hand liggend.

Andere partijen score ofwel veel lager op groep (PvdA, D66, VVD, GL), en/of veel hoger op raster (SP, Partij voor de Dieren en de al genoemden, D66 inclusief), terwijl de christelijke partijen eveneens hoger scoren op raster en, van SGP doorlopend naar CDA, lager op groep. De leefbaren is de greep naar het nationale niveau niet gelukt, maar die begonnen dan ook van onder af. De PVV is van boven af begonnen. Te bezien is of haar de tocht naar het lokale niveau goed gaat smaken. Maar hoe dan ook, alle overige partijen zijn meer of minder bureaucratisch georganiseerd en benadrukken alleen al daardoor continuïteit, meer van hetzelfde, hetzelfde maar dan beter, hetzelfde maar wel anders, en altijd hetzelfde. En ze eisen niet alleen iets van de anderen maar ook van zichzelf. Tot en met de CU zijn ze niet-sektarisch en alleen al gelet op de samenwerking van die partij met de SGP geldt die beoordeling ook die partij.

Waar de PvdA op moet reageren is de vraag of de PvdA in de nabije toekomst de sektarische wij/zij formule moet overnemen en z’n organisatie grondig ter discussie moet stellen en aanpassen, of niet. Het zou me trouwens niet verbazen als de PvdA het eerste gaat doen en denkt het tweede te kunnen laten zoals het is. Dat zou niet alleen erg jammer zijn; het gaat ook niet werken.

7 juni

=0=

 

Verdacht

Allochtonen in Rotterdam, jonge in het bijzonder, komen veel vaker in contact met de politie dan autochtonen. De Volkskrant heeft het er al een paar dagen over, mede naar aanleiding van de afscheidsrede van Frank Bovenkerk. Die verwees onder meer naar een recent rapport van het sociaalwetenschappelijk onderzoeksinstituut Risbo over criminaliteit in de stad. Curieus is dat in dat rapport met name alarm wordt geslagen over Antillianen. Geen allochtonen voor zover ik weet, maar wat doet het ertoe. Ze zijn kennelijk niet van ons. Turken en Marokkanen, die geen Turken en Marokkanen zijn maar Nederlanders, zijn ook al niet van ons. Ons wordt steeds kleiner en daarom maken we steeds meer rumoer. We worden bedreigd. In Rotterdam is de PVV bij de verkiezingen voor het EU parlement de grootste partij geworden. De PVV is de waarheid van de LPF. Het is hoog tijd de verkiezing voor de grootste Nederlander aller tijden te herhalen.

In rapport en berichtgeving staat nog wel dat het niet om criminelen gaat maar om ‘verdachten’. Als ik het goed begrijp is een verdachte niet iemand tegen wie een proces is of wordt gevoerd maar gewoon iemand die in de politieregistratie opduikt. Het was prettig geweest als het rapport over criminelen was gegaan en niet over verdachten. Nu weten we alleen iets over het aanhoudingsgedrag van de Rotterdamse politie. Dat is interessant, natuurlijk, en ongetwijfeld kandidaat voor nader onderzoek. Maar het is geen onderzoek over criminaliteit. Of, geheel in de geest van deze tijd, was het onderzoek gebaseerd op de hypothese van criminaliteit by proxy? Zou zo maar kunnen, hoewel ik eerder denk dat zo’n syndroom bij de Volkskrant kan worden aangetroffen dan bij de onderzoekers. Niet overal waar rook is, is vuur.

Niettemin, in Amsterdam zijn D66 en Groen Links de grote winnaars van de verkiezingen. Trots op Amsterdam dus. Met mate want ook hier is de PVV al dicht in de buurt gekomen van de PvdA, maar toch. Het zou er zo maar toe kunnen leiden dat de PvdA wat duidelijker wordt in de nabije toekomst. Femke suggereerde dat daar de sleutel lag voor de lezing van de uitslag van de verkiezingen. Duidelijkheid betaalt uit. De uitkomst over het referendum van een paar jaar geleden zou anders doen vermoeden (Groen Links was toen even ‘duidelijk’ als nu en verloor niettemin de aansluiting met een fors deel van de eigen achterban). Het zal allemaal wel aan de tijdgeest liggen. Bestrijdt de onzekerheid met duidelijkheid! Je moet er maar opkomen. De opkomst gisteren was bijzonder laag, maar een duidelijke duiding daarvan heb ik niet mogen horen. Jammer, als een kleine tweederde van de kiezers het wel voor gezien houdt, dan is dat misschien wel de belangrijkste uitslag. Laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Of?

Je kunt, kennelijk, nog beter van links zijn worden verdacht dan van onduidelijkheid. Nooit gedacht dat daaruit nog eens een heuse, zij het bedenkelijke en dus eigenlijk verdachte, tegenstelling zou kunnen ontstaan.

5 juni

=0=

 

Opportunist

Twee dagen geleden had Martin Bosma, Tweede Kamerlid van de PVV, een hoogtepuntje. Op een vraag uit het publiek wat er met al die rode neuzen van de staatstelevisie moest gebeuren antwoordde hij dat die neuzen allemaal moesten worden afgehakt. Hij werd al hitsig bij de gedachte Clairy Polak te zien liggen. Zonder neus dan. Vrijheid van meningsuiting. Roept niet op tot geweld natuurlijk, het was slechts een hyperbool. Vermoed ik zomaar als zijn antwoord, mocht hij erop worden aangesproken. Hij wordt er niet op aangesproken dus dat antwoord zullen we niet krijgen. Het journaille kijkt wel uit; het zit ergens tussen bedremmeld en geïntimideerd in en vindt dat veel kan. Net als de PVV dus dat komt goed uit. En Bosma? Die lift gewoon mee op de prettige stemming tijdens een openbare PVV bijeenkomst in Rotterdam. Leefbaar Rotterdam droomt al van samenwerking. Dat meldt Marco Pastors. De liefde voor Rita is kennelijk bekoeld bij Marco, die voor Geert groeiend. Opportuun.

Dat van die neuzen, ach, had ook al te lang in de kast gelegen. Terwijl het toch best leuk is, eigenlijk. Moet je kunnen zeggen. Je moet alles kunnen zeggen. Te veel mensen houden zich al in. Dat is een bedreiging van onze cultuur die de hunne niet is. Ten opzichte van hun cultuur (die van de linkse elite die gemene zaak maakt met het verfoeilijke multicultigedoe) moet je moedig zijn en vooral van je hart geen moordkuil maken. Als je daar je neus voor ophaalt, prima! Zelfs dat kunnen zij daar niet meer, gegeven jouw creatieve aanbeveling.

Onder ons blijven we natuurlijk wel beleefd. Wat is onder ons? Nou, op een partijbijeenkomst in Rotterdam bijvoorbeeld. Of waar dan ook en wie bij ons hoort dat weten we zelf wel. Onder ons kun je niet alles zeggen. Zo mag je niet beweren dat Martin Bosma een opportunist is. Mij lijkt dat nog een heel zachte kwalificatie voor een rat, maar het mag niet. De Volkskrant deed het ooit en werd, medio 2007, door de Raad voor de Journalistiek op de vingers getikt. Martin had geklaagd. Hij was helemaal geen opportunist. Ook geen ‘stille’ opportunist. Die laatste kwalificatie is inderdaad onzin. Je kunt van PVV-ers van alles zeggen maar niet dat ze stil zijn. Schelden, treiteren, verdacht maken, hatelijk zijn, het gaat beter met rumoer. Niet dat ik de indruk heb dat Martin over dat stille viel. Hij viel over dat opportunist. Van de PVV mag je alles zeggen. Maar alleen zij weten wat onder dat alles valt. Noemen we dat niet opportunistisch?

Ik zou me zorgen maken, Martin, in jouw geval. Niet-opportunistische politiek bestaat helemaal niet.

3 juni

=0=

 

Rotterdam 2010

Volgend jaar staan in Rotterdam twee belangrijke dingen te gebeuren. De begintijden van de scholen worden vervroegd en de schooldag wordt een stuk langer. De reden is een onbedoeld gevolg van het bestrijden van de coffeeshops en dat effect willen ze de kop indrukken. Ze weten het nog niet maar ze gaan het doen. Ik schets de geschiedenis.

1 juni 2009. Coffeeshops in de buurt van scholen moeten hun deuren sluiten.
Juni-juli 2009. Scholen registreren een toename van het aantal kinderen dat netjes op tijd komt maar besteden er niet veel aandacht aan.
Augustus-oktober 2009. De stiptheid der leerlingen blijft verbazen. Een aantal schoolbestuurders steekt de koppen bij elkaar en besluit onderzoek te laten doen.
December 2009. Het onderzoeksrapport verschijnt en levert de verklaring. Die bestaat uit twee delen. Het blijkt dat alle coffeeshops die nog niet verboden zijn hun openingstijden drastisch hebben vervroegd. Dat is één. Twee is dat de leerlingen de kleine omweg naar de coffeeshop geen probleem vinden want ze gaan gewoon wat vroeger van huis, kopen hun spullen, en blijken dan nog op tijd voor school. Een win/win situatie concluderen de onderzoekers. De conclusie wordt niet overgenomen; de verklaring wel.
Januari 2010. Het gemeentebestuur van Rotterdam besluit de openingstijden van de coffeeshops centraal vast te stellen. Tussen 10 uur ’s ochtends en 4 uur ’s middags mogen ze open zijn. Tegelijk worden de schooltijden vastgelegd: de scholen zullen onderwijs en andere activiteiten aanbieden tussen half 9 en half 5. De maatregelen gaan onmiddellijk in.
Januari 2010. Het spijbelen in Rotterdam neemt een enorme vlucht. Waar voorheen de spijbelaars een betrekkelijk vaste groep vormden, spijbelt nu zo ongeveer elke leerling, zij het slechts één of twee keer per week. De meeste spijbelaars zijn zo rond half 11 overigens wel gearriveerd. De gemeente besluit een onderzoek aan te besteden.
Maart 2010. Leefbaar Rotterdam wordt weggevaagd bij de gemeenteraadsverkiezingen. De PVV wordt de grootste partij in Rotterdam maar neemt geen plaats in het college van B&W. De PVV verklaart dat pas te zullen doen als er ook een verkiezing voor het burgemeesterschap wordt georganiseerd. Wel vindt de partij dat alle coffeeshops moeten worden gesloten.
Juni 2010. De onderzoekers zijn niet tot een eenduidige verklaring gekomen. Desondanks concluderen zij dat cameratoezicht bij elke coffeeshop meer helderheid kan verschaffen. Het gemeente neemt de conclusie niet alleen over; het bestuur ziet in het ontbrekende cameratoezicht zelfs de verklaring van het spijbelen. Met het oog op de urgentie van de zaak wordt het cameratoezicht onderhands aanbesteed.
September 2010. Leerplichtige leerlingen worden niet gesignaleerd bij de coffeeshops. Het spijbelen is weer terug bij z’n oude patroon, zij het dat de omvang van de groep vaste spijbelaars licht is toegenomen. Docenten hebben de indruk dat het aantal leerlingen dat tijdens de lessen maar een beetje suf voor zich uit zit te staren is toegenomen. Ze schrijven het toe aan de bijbaantjes van de leerlingen. Lokale media melden dat de prijs van wiet is gestegen.
November 2010. De gemeente besluit de ouders aan te spreken. Een modelcontract zal binnenkort aan de gemeenteraad worden aangeboden. Dat gaat velen te ver. Alleen die ouders waarbij een probleem mag worden vermoed dienen te worden aangesproken.
December 2010. Het bestuur trekt het contract in. Een taskforce zal worden aangesteld om het probleem nogmaals in kaart te brengen en oplossingen aan te reiken. De ambteloze Ronald Sörensen zal voorzitter worden, terwijl Marco Pastors de begeleidende stuurgroep zal leiden. Taskforce noch stuurgroep hebben een omschreven opdracht. Wel is er het verzoek de gang van zaken bij de inmiddels zeer omstreden opdrachtverlening voor de toezichtcamera’s in het onderzoek mee te nemen. Overigens zal ook de Rotterdamse rekenkamer daar nog over rapporteren. De leden van de taskforce en de stuurgroep zullen verder op eigen gezag bepalen wat ze gaan doen en wanneer ze waarover zullen rapporteren. Het geheel mag niet stranden op beperkingen van tijd, geld en bevoegdheden, zei een zichtbaar opgewekte burgemeester Aboutaleb. Enkele media hebben zich uitdrukkelijk afgevraagd waar de opgewektheid van de burgemeester aan moet worden toegeschreven.

2 juni

=0=

 

Hoogopgeleid

In een artikel in de New York Review (Andrew Hacker, Can we make America smarter?, 30 april 2009) lees ik dat de grote ondernemers van de VS (Henry Ford, George Eastman, Thomas Edison en, recenter, Larry Ellison van Oracle, Bill Gates van Microsoft, Steve Jobs en Steve Wozniak van Apple, en Michael Dell) niet erg hoogopgeleid waren en zijn. Ze zaten niet lang op school, respectievelijk hielden het redelijk snel voor gezien. Daarentegen zijn de jongens en meisjes die ons de verpakte, verknipte, herverpakte, aangelengde troep wisten aan te smeren die aan de basis stond van de huidige crisis wel hoogopgeleid. Heel veel MBA’s heb je eronder weet Taleb ons te vertellen en heel veel wiskundigen. Er zat zelfs een Nobelprijswinnaar economie bij (Merton) dus wat wil je nog meer. Liever minder, zouden we misschien moeten zeggen.

Nee, zegt mevrouw van Praag, hoogleraar ondernemerschap aan de UvA. Zij wil meer. Of eigenlijk, zij wil dat ook in Nederland eens wordt ingezien dat hoogopgeleiden veel betere ondernemers zijn dan laagopgeleiden. In Amerika, zegt zij, zijn de meest succesvolle ondernemingen voor 85% het product van hoogopgeleiden. Tja, hoe meer je er van hebt (en bijna 40% van de 22-jarigen in de VS heeft vandaag de dag de graad van bachelor) hoe meer je ervan zult aantreffen in diverse besognes, ondernemen inclusief. Dat is niet helemaal oorzaak en gevolg maar het zal mevrouw van Praag worst wezen. Het is evidence based, en mevrouw van Praag is zeer van de evidence based wetenschap. (Er is een grapje, het staat ergens bij Taleb in diens  Fooled by randomness geloof ik, dat iemand George Bush jr de afgelopen jaren bij vele duizenden gelegenheden had geobserveerd. Bij geen dezer gelegenheden was Bush overleden. Ergo: de man is onsterfelijk. Evidence based en breng er maar eens iets tegen in.)

Bij ons is dat verband tussen opleiding en ondernemerschap onbekend, net zoals überhaupt onbekend is dat je als hoogopgeleide gewoon kunt gaan ondernemen. Dat wisten wij niet en we wisten ook niet dat we dat niet wisten maar heus, we weten het niet. Zij gelukkig wel. Schokkend, onze onwetendheid. En er is meer stront aan de knikker. Zo hebben Nederlanders de eigenaardige koppigheid dat als zij een onderneming beginnen zij daar ook de zeggenschap over willen hebben. Raar maar waar. We maken ook te weinig gebruik van ‘venture capital’ en van ‘informal investors’. Waarom? Omdat ook die zeggenschap willen. En een stuk van de winst natuurlijk en een bedrijf dat helemaal voor die winst gaat. Het is geen wonder dat het slecht gaat in dit land.

Nu is het niet zo dat iedereen maar ondernemer moet worden vond mevrouw van Praag. We hebben toppers nodig. Hoogopgeleide toppers. Er zaten er volgens haar twee aan tafel, in Buitenhof gisteren. Twee vrouwen met een succesvol bedrijf dat echter wel, als gevolg van de crisis, in zwaar weer was terechtgekomen. Veel vertrouwen in de banken hadden die dames niet, hetgeen door weer een andere gast aan tafel, een man die bij ING werkt of werkte (dat werd me niet helemaal duidelijk) zowel werd beaamd als ontkend. Maar hij had dan ook een rapport geschreven, samen met mevrouw van Praag en daaruit bleek dat de ondernemers ook eens naar zichzelf moesten kijken. Precies, niet zo schijterig zijn en buitenstaanders een stuk van de zeggenschap en van de winst afstaan. Ondernemen is lef. Meer transparantie naar die derden toe en niet zo hangen aan je eigen heerschappij, probeer het eens! Hij was meer een vertegenwoordiger van de banken, banken die hun kans ruiken op een koopje de zaak te mogen overnemen. Hoogopgeleide man, dat wel. Mevrouw van Praag, nog hoger opgeleid misschien, trok het breder. Er is meer geld dan bij de banken alleen en dat geld, dat moet je zien te werven. Ja maar, pruttelde één der ondernemers, een ondernemer in duurzaamheid, dan wordt winst van middel tot doel. Zij was er niet voor.

Daar ging mevrouw van Praag wijselijk niet op in. En ook de interviewer, Peter van Ingen, deed dat niet. Hij bevestigde – hij had dat ook eerder in de uitzending al gedemonstreerd toen hij Rutte ondervroeg – de stelling dat journalisten al geruime tijd niet meer in staat zijn een bijdrage te leveren aan het schiften van informatie opdat we af en toe, dwars door het geouwehoer heen, af en toe nog iets nieuws te weten zouden kunnen komen. Nee dus.

Het leek me een uitzending waarin pijnlijk zichtbaar werd dat je uit economische groei een boel hoge opleidingen kunt financieren. Pijnlijk, want de aanwezigen – en hoe hoger opgeleid hoe pertinenter – dachten de exact omgekeerde relatie besproken te hebben.

1 juni

=0=

 

Heleen Babbage

Een werkweek van 56 uur. Wij vinden het wat aan de lange kant. Maar wat als je van die 56 uur er 40 op een koopje kunt uitbesteden? Als je nog zelf nog maar 16 uur hoeft te werken, en voor 56 betaald krijgt? Me dunkt, dan kun je met het verschil nog wel wat dienstverlening inhuren zodat het nog lijkt alsof je je geld waard bent ook. Er zijn eigenlijk maar twee voorwaarden. De eerste is dat je de wereld kunt doen geloven dat jij het werk hebt gedaan dat je niet hebt gedaan maar hebt laten doen; en toch de volle prijs in rekening brengt. Niet zo moeilijk, althans voor een tijdje. De tweede is dat er genoeg mensen zijn die grote stukken van jouw werk kunnen overnemen en dan voor een veel lager uurloon. Ook niet moeilijk. Mensen zat. En als je ze niet wilt leren kennen, nou dan noem je ze gewoon virtueel, virtuele assistenten die je nooit ziet en die je voor een habbekrats vele uren werk uit handen nemen. Zoek per klusje (je post ophalen, sorteren, je agenda bijhouden, afspraken maken, je artikelen schrijven, je was doen, je haar kammen, je boodschappen doen: de lijst is eindeloos) de goedkoopste arbeidskracht, en je houdt je handen vrij voor de dingen die jij leuk vindt. En beter betalen.

Zelf steeds minder werken door anderen steeds meer te laten werken, het schijnt een vondst te zijn. Marcus Polman maakt er melding van in het NRC Weekblad, onder de licht verneukeratieve titel ‘Mens, durf minder te werken’. Een soort combinatie van Heleen Mees en Charles Babbage, kennelijk afkomstig uit de koker van een Amerikaan, Timothy Ferriss, die een bestseller heeft geschreven: The 4-Hour Workweek. Marcus zit ergens tussen 12 en 20 uur per week in (ik stel hem geheel gratis het getal 16 ter beschikking) dus hij kan nog wel een tip gebruiken. Via zijn eigen virtuele assistent en die van Ferriss lukt het na drie dagen het genie voor vijf minuten aan de lijn te krijgen. Druk, weet je wel, want voor je het weet gaan anderen er met je tijd vandoor, dus moet je wel een beetje rantsoeneren. Wie veel tijd heeft heeft geen tijd over. Dus heb je een virtuele assistent nodig, een echt mens, waarvan de virtualiteit erin bestaat dat je degene die het werk doet niet hoeft te zien, niet hoeft aan te stellen, niet hoeft te ruiken, niet hoeft te ontslaan. Je hoeft er helemaal niks mee als je niet wilt. De droom van elke ondernemer: oneindig deelbare mensen, in voor elk klusje, nooit klachten en nog goedkoop ook. Leve het elektronische tijdperk.

En nog menslievend ook. Als de assistente van Marcus pak ’m beet 40 uur per week maakt en 44 weken per jaar werkt, nou dan heeft ze toch maar mooi een jaarsalaris van 44000 euro. Bruto, dat wel want de 25 euro per uur is ook bruto maar toch. Heeft Marcus berekend. Voor haar.

Ze had er niet eens om gevraagd. Virtuele assistenten stellen geen vragen. Zelfs niet als ze geactualiseerd worden. Maar misschien had Marcus last van z’n virtuele geweten.  

31 mei

=0=

 

Bedoeld

Maar als het de bedoeling is om tot geweld aan te zetten dan mag het natuurlijk niet, zei Rutte. En omdat het meestal precies zo bedoeld is zal het ontkennen van de Holocaust in de regel even strafbaar moeten blijven als het nu is. Nogmaals Rutte. Nicolaï had het al gezegd, oproepen tot haat is geen probleem want haat is niet eens gedefinieerd in het wetboek van strafrecht. Nou dan! Maar geweld, dat is andere koek. Dat mag niet. Het woord is geen daad. Haat is een woord, geweld een daad. En zoals we weten staan tussen haat en geweld wetten en praktische bezwaren. Geen weemoed, overigens, maar woede is ook wat waard.

Als mensen zeggen dat ze helemaal geen oproep tot geweld in gedachten hadden maar gewoon een poging wat gezonde haat te zaaien? Dat ze haat bedoelden en zaaiden en – stel het volgens de VVD onwaarschijnlijke geval dat het zover komt – geweld oogstten? Ze zouden zich op de VVD kunnen beroepen. Haat valt buiten het strafrecht dus haatzaaien ook. Eenvoudiger kan niet. Antisemitisme is één ding, de Holocaust een heel ander. Wees eerlijk, eeuwenlang heeft antisemitisme naast het zaaien van haat hooguit een pogrom her en der in de hand gewerkt, en overal uitsluiting opdat de vooroordelen (de joodse geldwisselaars, de joodse intellectueel: wereldwijde circulatie van geld zonder nationale trouw, wereldwijde circulatie van ideeën; dat kan geen toeval zijn!) zich nog wat gemakkelijker konden reproduceren. Gouden formule. Die Holocaust is, achteraf bekeken, toch een tamelijk eenmalige gebeurtenis gebleken en dus is het nog maar helemaal de vraag wat het antisemitisme ermee te maken heeft gehad. Antisemitisme had je overal en eeuwenlang, de rest is Duitse geschiedenis. Zeg nou zelf. Mensen die de Holocaust ontkennen, ontkennen helemaal de Holocaust niet, ze ontkennen alleen de relatie tussen antisemitisme en de Holocaust. O zo!

Aandoenlijk is Frank Ankersmit, in de pen geklommen om Rutte een steuntje in de rug te geven. Overbodig gebaar, Rutte is al weer weg, op weg naar nieuwe uitdagingen of hoe dat in die kringen ook mag heten. Overtuigingen moet je niet willen bestraffen, zegt Ankersmit. Zijn bron is John Locke (dat is een hele verbetering; eerder bracht Ankersmit Voltaire in het veld en dat is in een discussie over de Holocaust niet de handigste getuige. Het geeft overigens wel aan dat je de absolute vrijheid van het woord kunt opeisen en dat gebruiken om de ene na de andere antisemitische schimpscheut te debiteren). Waarom moet je niet willen bestraffen? Omdat, zegt Locke zegt Ankersmit, straffen niet geëigend zijn ‘to convince the mind’(opiniepagina NRC Handelsblad 29 mei 2009).

Ik zag laatst een VVD poster met als opschrift dat iedereen die straf verdient straf moet hebben. Of daar ook bankiers onder vallen stond er niet bij; ik vermoed dat dat ook niet de eerste gedachte van de VVD is geweest. De poster zal niet bedoeld zijn om de zondaars te overtuigen; het is bedoeld om te garanderen dat sommige dingen niet kunnen. Als het criterium van straf het overtuigen van de zondaar is, zijn we met het herschrijven van het wetboek van strafrecht nog lang niet klaar. Of straffen overtuigen is een kwestie die vanuit de straf bezien secundair is. Is het zo, dan is het mooi meegenomen; is het niet zo dan wordt de straf niet lager. Eerder hoger.

Dus ja, met straffen weet je maar nooit of ze overtuigen. Met woorden ook niet. En dat sommige woorden, eeuwenlang herhaalde antisemitische woorden bijvoorbeeld, kunnen leiden tot gruwelijkheden kun je ook niet met het strafrecht bestrijden. Daar heb je politici voor nodig. Klopt, daar ontbreekt het aan, te beginnen bij Rutte en Nicolaï.

Mij is, eerder dan ferme woorden over en naar aanleiding van Locke, een serieuze zorg over de relatie tussen woord en haat, tussen haat en daad, tussen woord en daad en haat, wel zo sympathiek. Locke reageerde op de furie van de godsdienstoorlogen, wij reageren op de furie van de Holocaust. Wie doet alsof die dingen hetzelfde zijn, zoals Ankersmit, is een merkwaardig historicus.

Wij beleven de crisis van het klassieke liberalisme. Het is geen prettig gezicht.  

30 mei

=0=

 

Aanstichter

De aanstichter van het onheil dat Rutte met z’n domme opmerkingen over de Holocaust over zich afriep, is Atzo Nicolaï. Die schreef een ‘opzet’ om het Wetboek van Strafrecht te wijzigen, zodat de vrijheid van meningsuiting beter gewaarborgd wordt. In een vrije samenleving, zo schrijft Nicolaï, zijn harde woorden geen opmaat voor harde daden. Goed, het besef hiervan moet worden bevorderd, bij de anderen dan, maar toch is het zo en daarom moet de wet worden aangepast. Om wille van de vrijheid. In hoeverre harde woorden, woorden als wapens, zouden kunnen leiden tot harde daden – bijvoorbeeld als je tegenstander wel maar jij niet zo goed bent in woorden, inclusief harde woorden – die vraag valt geheel en al buiten het referentiekader van Nicolaï. Hij vermeldt dan ook opgewekt dat de rechtszaal wel de laatste plek is waar je (hij) een maatschappelijke discussie beslecht wil zien. Liever op straat dan?

Kennelijk denkt Nicolaï bij de vrijheid van meningsuiting voornamelijk aan woord en geschrift. Het beeld blijft buiten beeld. Dat is jammer. En een tekortkoming. Buiten beeld blijven ook moderne communicatiemedia die mensen in staat stellen (blogs enz.) hun afkeer van van alles en nog wat te ventileren en te vermenigvuldigen door nog meer ongein op te roepen. Gaat snel. Is niet gericht op ‘debat’, ‘discussie’ of waar Nicolaï verder nog van droomt, maar gewoon op het uiting geven aan waar je toevallig even uiting aan wilt geven. Valt alles onder, neemt hand over hand toe, verpest elk debat en is ook helemaal niet uit op debat. Wel op het verkleuteren en vergroven van elk debat want als een paar duizend bloggers elkaar hebben gevonden, versterken ze elkaar in hun ongenoegen, zetten zich af tegen de rest die er anders over denkt, verwoorden hun standpunt nog wat feller en voor je het weet is hun ongenoegen met behulp van het algoritme van Google een feit geworden. Waar rook is, is vuur, enkele duizenden kunnen het niet helemaal bij het foute eind hebben enzovoorts. Ook een mening. Mag het? Het mag. Draagt het bij aan het ‘wederzijds begrip’, aan de ‘sociale cohesie’, bouwt het een ‘brug’? Ik denk van niet maar je zou er op z’n minst een discussie over moeten willen voeren. Voor Nicolaï allemaal overbodig. Hij wéét die dingen.

De VVD, in de persoon van Nicolaï, heeft een ‘opzet’ geschreven voor de tijd dat de krant nog een meneer was, en de onderwijzer een autoriteit. Nicolaï is, het schijnt meer voor te komen, vijftig jaar te laat. Minstens.

Zelfs dat had de arme Rutte niet door.

29 mei

=0=

 

Club

Elke scheet is een mening zal de bezoeker van de Efteling vorige week gedacht hebben en dus is het me laten aanspreken op mijn scheet een belemmering van mijn vrijheid van meningsuiting. Dat hoef ik niet te pikken. Als ik de man was zou ik het advies van Rutte inwinnen. Valt luidruchtig je neus ophalen, valt de vinger, valt het iemand het spreken onmogelijk maken, valt dat alles net als een scheet onder de vrijheid van meningsuiting? Zijn goede manieren, elementaire beleefdheden, dagelijkse omgangsvormen potentiële bedreigingen voor de vrijheid van meningsuiting? De vrijheid van meningsuiting om anderen de mond te snoeren en af te bekken? Belachelijk te maken?

Vast wel. Vanochtend schreef Ephimenco dat hij regelmatig zelfcensuur toepast. Hij is genoeg belaagd en hij past op z’n tellen. Merkwaardig is dat Ephimenco het met Rutte eens is: er moet meer ruimte komen voor het vrije woord. Ook, zoals Rutte aangeeft, als dat het aanzetten tot haat omvat? Zodat nog meer mensen zichzelf zullen censureren? Zodat de blogindustrie nog meer gif kan spuien, en zich nog beter kan splitsen in clubjes die elkaar de huid vol schelden, en zich in dat gedoe steeds extremer gaan opstellen, met de zegen van Rutte als extra aanmoediging? Zoekt Rutte aansluiting bij dat soort clubjes, bij de Telegraafkloontjes van GeenStijl en PowNed?

En waarom zou je de Holocaust niet mogen ontkennen? Als het je mening is? Of als je van mening bent dat anderen zich er te gemakkelijk achter verschuilen en je hun verdediging wilt oprollen? Rutte ziet niet echt het bezwaar. Voor hem is een mening geen oordeel, inzicht of overtuiging maar een wapen. Rutte is voorstander van een wapenwedloop van het woord; alles is toegestaan zolang het maar niet tot daden leidt want daarvoor hebben we nog wel enige regels.

Gisteren, in de trein, las ik in Going to extremes; how like minds unite and divide (Oxford University Press, 2009) van Cass Sunstein. Zijn stelling is dat mensen in groepen hun al bestaande opvattingen vaak aanscherpen en verharden, dat het internet met z’n blogs het vormen van groepjes en clubs behoorlijk vergemakkelijkt en dat het van strategisch voordeel is (een retorisch voordeel schrijft Sunstein) om eerder meer dan minder te eisen, ongeacht het onderwerp waar het over gaat. Liever meer dan minder, daar scoor je mee.

Bij welke clubs Rutte aansluiting zoekt met zijn poging retorische winst te boeken, het lijkt me niet heel moeilijk te raden. In z’n eigen partij is men er niet onverdeeld gelukkig mee. Daar hebben ze beter dan Rutte zelf door dat de goede man het gevecht van gisteren voert, het gevecht dat het vertrek van Wilders en Verdonk tot resultaat had. Dat gevecht kan Rutte al lang niet meer winnen. Zijn retorica is een boemerang. Als dat het effect van zijn gebruik van het woord als wapen om het wapen is dan is dat tenminste nog een uitkomst van ’s mans oprispingen waar ik mee kan leven.

28 mei

=0=

 

Verre

De minister wierp dat verre van zich las ik in de krant. Marijnissen was onaardig geweest. Hij had gezegd dat Koenders meer rekening hield met Wall Street dan met de ontwikkelingslanden. Stel je voor! En geef toe, het verwijt van Marijnissen geldt eerder Bos dan Koenders, eerder het kabinet dan die ene kleine minister van ontwikkelingssamenwerking. De geadresseerde was fout, het verwijt zelf niet. Bedrijven en werknemers vragen zich al langer af wat de financiële sector heeft dat zij niet hebben. Nu, dat zouden ze zo langzamerhand toch wel door moeten hebben. De financiële sector gaat over geld, de andere maken er alleen gebruik van. Wie over geld gaat wordt beter beschermd dan wie het alleen nodig heeft om de dingen van alledag te doen.

Nog maar een paar dagen geleden herhaalde Trichet, president van de ECB, het voor de zoveelste keer. De bank houdt vast aan z’n gewone beleid: het tegengaan van inflatie. De laatste tijd, toen de banken gered moesten worden, heeft het de teugels even gevierd maar dat gaan we zeker niet doen voor de reële economie. Mocht je willen weten wat het zwaarst weegt, de werkgelegenheid of het geld, dan heb je nu het antwoord. Het geld natuurlijk, suffie. Volledige werkgelegenheid leidt tot inflatie, tot steeds meer inflatie zelfs en daarom bestrijden wij de inflatie. Je kunt het het kabinet en Bos niet eens kwalijk nemen, iedereen doet het want de theorie schrijft het zo voor en je onttrekken aan de theorie, dat is vloeken in de kerk.

Nee Jan, je hebt je pijlen fout gericht. Koenders gaat over kruimels en met die kruimels moet hij ontwikkelingslanden zien te voeden, bij voorkeur met producten en diensten van Nederlandse makelij. Hij had best een heel brood willen geven maar daar gaat hij niet over. Mevrouw Verbeet verbood het Koenders te reageren op de kwalificatie ‘flapdrol’. Ook van Jan. Koenders mocht niet want Jan had het niet in de microfoon gezegd en dan telt het niet. Goed zo mevrouw Verbeet! Geen inflatie om de werkgelegenheid wat op te krikken, dan ook geen inflatie in onparlementair spraakgebruik.

Dat zal helpen. Of niet natuurlijk. Misschien wel verre van dat, op de keper beschouwd. We blijven ons ontwikkelen.

27 mei

=0=

 

Kennis in crisis

Gisteren hield Robbert Dijkgraaf de KNAW jaarrede. De titel: Kennis en crisis. Zoals een president betaamt is het een rede geworden die afwisselend  somber en optimistisch is, waarschuwend en wegwijzend. Als ik het goed heb gelezen dan zit het optimisme meer aan de kant van wat de KNAW doet (de jeugd een kans geven), de somberheid meer aan de kant van de universitair bedreven wetenschap (teveel versnippering, vakjes en hokjes, te weinig schaal).

We hebben, zegt Dijkgraaf, verschillende crises. Denk aan de financiële maar ook aan die van klimaat en milieu. En aan die van de kennis. De eerste heeft ons overvallen en is verwoestend. De andere lopen al veel langer en zijn nog veel verwoestender. Op de lange termijn. Ik denk dat als er één echte oorzaak is die door Dijkgraaf wordt benoemd het de korte termijn is. We worden te veel beheerst door korte termijn denken, korte termijn voordeeltjes. De financiële crisis herinnert ons er aan: veel van de welvaart van de laatste jaren is een luchtbel gebleken. Snel gewonnen, snel geronnen. De suggestie is dat het streven naar de snelle winst de productie van kennis al jaren aan banden heeft gelegd.

Een wonderlijke suggestie. Dijkgraaf constateert: ‘Nederland is het enige land in de Europese Unie dat de afgelopen tien jaar geen groei van het onderzoeksbudget heeft gekend ten opzichte van de economische welstand. Ondertussen neemt het aantal studenten toe, groeit de
internationale competitie en wordt het onderzoek complexer en duurder.’ De verklaring moet dus Nederlands zijn, want alleen bij ons neemt de achterstand toe, elders – waar de snelle winst even populair is – niet. Zelfs niet in Engeland, net als wij een land met een verhoudingsgewijs grote financiële sector. De vraag van Dijkgraaf had daarom moeten luiden: wat is er hier toch aan de hand dat wij als enigen te beroerd zijn serieus in kennis te investeren?

We kunnen denken aan het grote verlangen onze financiële sector versneld groter te maken, ook in kennisopzicht. Amsterdam zou, in het zog van de voorgestelde fusie tussen ABN AMRO en Barclays een financieel kenniscentrum van betekenis moeten worden. En nog privaat gefinancierd ook! Hoogwaardige kennis, hoogwaardige dienstverlening, hoogwaardige werkgelegenheid: de superlatieven waren niet van de lucht. Überhaupt valt Nederland op door de grote publieke invloed van economen en economische instituten en, daarnaast, door hun onderworpenheid aan het heersende neoklassieke en monetaristisch ingekleurde paradigma. Wij hebben geen Krugman en geen Shiller. Wij hebben Bovenberg en het CPB. Hun invloed is groot. Wij laten hele verkiezingsprogramma’s doorrekenen en zijn blij met een goed rapport. De crisis heeft er gehakt van gemaakt maar die stond ook niet in de programma’s en evenmin in de prognoses van de rekenmeesters. Bij hen is de lange termijn een streep (een ‘trend’) door een aantal korte termijnen, aangevuld met enige demografie en zo nodig opgeleukt door een scenario hier en daar. Dat soort denken over de lange termijn belemmert het denken over de lange termijn, het denken over kennis en het denken over kennis en crisis. Daardoor is onze kennis in crisis. Alles gaat goed, tenzij het even wat minder goed gaat.

De ‘telgen van Tinbergen’ zijn jaren geleden reeds afgeschaft. Jan Pen is inderdaad al lang dood. Nee, overleden is hij niet, maar dat was dan ook de enige vergissing die de Volkskrant heeft gemaakt.

26 mei

=0=

 

Overzichtelijk

Minister Bos wil kleinere banken, met de pensioenfondsen als grootaandeelhouder, en met overzichtelijke producten. Pensioenfondsen zijn eigenlijk al een soort banken zal hij gedacht hebben. Ze verzamelen ons spaargeld en beleggen het en dat is exact wat hij van de toekomstige kleine banken verwacht. Of pensioenen een ‘overzichtelijk product’ zijn vermeldt het verhaal niet. Gegeven het feit dat de meeste mensen niet goed weten waar ze staan in pensioenland kun je eraan twijfelen maar Bos heeft het bij de overzichtelijkheid dan ook niet over de klanten maar over de directie. Als die het snappen, dan is het goed. Zo niet, dan is het niet goed. Als directeur moet je alleen producten goedkeuren die je zelf begrijpt.

Een revolutionair voorstel. Het komt neer op de grootste aanval op het kapitalisme ooit. Hoeveel directeuren zijn op de hoogte van alle bijzonderheden, risico’s, toepassingsmogelijkheden, misbruikmogelijkheden van de producten die via het aan hen toevertrouwde bedrijf in de wereld worden gezet? Het zijn er weinig. De meesten zullen de pijp aan Maarten moeten geven en iets anders gaan doen, iets wat ze wel overzien. Dat zal niet veel zijn overigens, in een wereld waar alles wat jij doet mede afhankelijk is van wat ik doe en we van elkaar niet helemaal weten wat we gaan doen. We hebben elkaar niet aan een touwtje. Kan altijd tegenvallen. We weten niet eens wat het klimaat zal doen, of het zal vriezen of dooien, zal regenen of zonnig zal zijn.

Het is ook een politieke revolutie en dan bedoel ik niet dat Bos met de omkeerregel in de hand druk op de pensioenfondsen kan uitoefenen. Neem het politieke product vriend of vijand, neem het politieke product vrede, inclusief vredesmissies. Ingewikkelde producten waarvan we zo langzamerhand toch wel kunnen weten dat de directie niet helemaal op de hoogte is geweest wat met die producten precies is gelanceerd. Neem eenvoudiger producten zoals privatisering, die soms ook wat anders uitpakken dan de ministers het hebben voorgesteld. Het was leuk voor de banken, toen, en dat hebben we geweten. Juist omdat het zo onoverzichtelijk was. Het was leuk met fouten, dat wel, maar zolang we allemaal dezelfde fout maken kunnen we het een hele tijd volhouden net te doen alsof we het bij het rechte eind hebben gehad.

Aan het eind staat de belastingbetaler. Ook een staatsproduct. Lid van een pensioenfonds ook nog, vaak. De belastingbetaler heeft belang bij pensioenfondsen want zonder aantrekkelijke fiscale faciliteiten geen pensioenfonds. De belastingbetaler heeft ook een directeur. De minister van Financiën. Waarom dan al die omwegen? Waarom eigenlijk niet meteen die banken nationaliseren? Is wel zo overzichtelijk.

Ooit hadden we overzicht zal Bos gedacht hebben. Een goed product, het beste politieke product aller tijden. Hadden we ooit overzicht? Wanneer ook weer?

25 mei

=0=

 

Populisme

Waarom de kerken zijn leeggelopen? Omdat de priesters beatmissen begonnen te organiseren, daarom. De kerk probeerde aan te sluiten bij de mode en verloor zichzelf. Is dat een verklaring? Welnee, ik heb het alleen maar over mijn sympathie voor mijn ouders die door al dat gedoe in de kou werden gezet. Schrijft Bert Keizer in zijn wekelijkse column in Trouw. De geschiedenis verklaart niks. Dat moeten we zelf maar doen. Wie de geschiedenis aanhaalt om te voorspellen kan beter wat anders gaan doen.

In diezelfde Trouw staat een groot artikel van Amanda Kluveld en Bart Jan Spruyt, historici. Keizer is geen historicus, zij wel. Dat merk je. Hun artikel staat bol van de causale redeneringen en, op basis daarvan, van voorspellingen. Voor geen kleintje vervaard, die twee. Nederlands is in crisis als gevolg van een zelfgenoegzame elite die z’n verantwoordelijkheden niet neemt en eigenlijk ook helemaal geen elite is (‘ook de leden van onze elite behoren tot die categorie en vormen daarom in feite geen elite’). Welke categorie? Die van de massamens en ‘de massamens is de gemiddelde mens’.

De elite die geen elite is ‘camoufleert het eigen falen met moreel correcte praatjes’. Meer nog, het schuift z’n verantwoordelijkheden meer en meer van zich af. Laat de gemeenten het maar doen! Gemeenten, we weten het allemaal, hebben last van slappe knieën en leggen de fundamentalistische islam geen strobreed in de weg. Dat is niet mis, alles bij elkaar. Wie is dat toch, die elite die geen elite is? Ja, dat is nou jammer, maar daarover worden bitter weinig mededelingen gedaan. Zou het het ‘multicultureel-links politieke complex’ zijn? Het zou zo maar kunnen, alleen al gelet op het ‘daaruit voorkomende jammerlijk falende Nederlandse integratiebeleid’. Aan de andere kant wordt de elite die geen elite is verweten dat zij ook voor dit complex een oogje dichtknijpt en dan zou het toch wat anders zijn, die elite die geen elite is. Het schiet zo niet op, eerlijk gezegd. We moeten het er maar op houden dat de mensen die het niet met Kluveld en Spruyt eens zijn en daar ook nog melding van maken, behoren tot de elite die geen elite is (‘de mensen die zich in het publieke en politieke debat mengen, zichzelf tot de weldenkenden rekenen en doorgaans bij conferenties over populisme aanwezig zijn’). Horen Kluveld en Spruyt nu tot de elite die geen elite is of toch weer niet? Ja, zeker. Nee, vooral niet! (invullen naar keuze).

Je zou zeggen dat we of een heleboel elites (een voetbalelite, een literaire elite, een politieke elite, een wetenschappelijke elite en daarbovenop een voetbalcommentaarelite, een literatuurkritiekelite, een wetenschapsjournalistiekelite enz. enz.) hebben of geen enkele. Ben je consequent dan zeg je het laatste, want de regel van één elite of géén elite schrijft dat nou eenmaal zo voor. Het populisme is bijgevolg geen product van een falende elite maar van het ontbreken van een elite en van het ongeduld dat daaruit ontstaat. Streven naar een nieuwe elite – een elite ‘die weer durft te moraliseren en het niet laat bij zelfgenoegzaam diskwalificeren’ – is een diskwalificatie van alles wat een historicus voor z’n rekening zou mogen nemen. Het illustreert hetzelfde ongeduld dat het zegt te zullen betomen. Populisme is het verschijnsel dat vindt dat de elite, de nieuwe natuurlijk, verstandiger is dan wij allemaal bij elkaar. Weg met het oude populisme, welkom het nieuwe! Geef uw zorgen aan de nieuwe elite en het komt in orde met het verloren ‘culturele fundament onder de democratische rechtsstaat en de vrije markt’. Dat, en alleen dat, kan ons helpen verantwoordelijkheid te nemen en te ‘durven herkennen, benoemen en bestrijden van de vijand’.

Ergens ben ik er zeker van dat Bert Keizer, arts en filosoof, meer historisch besef in z’n pink heeft dan Kluveld en Spruyt bij elkaar.

24 mei

=0=

 

Wie?

Jomanda daarentegen had gewoonweg niet het lef om ter zitting te verschijnen. Schrijft de officier van justitie, gisteren, in zijn requisitoir over de kwestie Sylvia Millecam. De laatste besloot haar banden met het reguliere medische bedrijf te slaken. Bij haar was kanker geconstateerd en Sylvia zocht het verderop. Bij twee alternatieve artsen, waarvan er één via een soort medium, en bij Jomanda, een tweede medium. Je bent alternatief of je bent het niet; het oordeel van de alternatieven was dat Sylvia last had van een bacteriële infectie, hoewel één van hen staande houdt dat hij wel degelijk een diagnose kanker had gesteld. Hij wordt niet geloofd. Het zal wel in z’n nadeel hebben gewerkt dat hij de patiëntenkaart pas achteraf had ingevuld. Niet best, wel wat anders. De twee alternatieve artsen en Jomanda worden alle drie voorwaardelijk veroordeeld. Dat is de eis. Bovendien wil de officier een beroepsverbod van twee jaar voor hen. Ik wist niet dat medium een beroep was.

Het is een wonderlijk requisitoir. Niemand heeft Millecam aangezet tot het bezoeken van deze warhoofden. Dat heeft ze zelf gedaan maar wel in grote angst. Je zoekt mensen die je hoop kunnen geven. Die vond ze. Die mensen mag je groeperen ergens tussen onverantwoordelijk en gewetenloos. Ik ken ze niet en heb daar ook geen behoefte aan dus waar het uitkomt, ik weet het niet. Ik vind het ook niet beslissend. Beslissend is de eerste beslissing: het weglopen voor en later het afwijzen van de diagnose en de behandeling, voorgesteld door de reguliere medische wetenschap. Hun onverantwoordelijkheid, die van de aangeklaagden bedoel ik, is het gevolg van haar verantwoordelijkheid. Op die afwijzing volgde haar tocht door het alternatieve circuit, een circuit dat trouwens veel groter was dan de drie aaangeklaagden. Het was een compleet gekkenhuis met alternatieve artsen, paragnosten en andere clowns. Alles goed bedoeld ongetwijfeld en alles in dank aanvaard. Tot enkele dagen voor het einde, dat veel en veel pijnlijker was dan nodig. Een overbodig einde, ook dat nog.

Het is raar, maar als ik het requisitoir lees (pp. 58-76) zou ik tot het oordeel komen dat de drie beschuldigden voor altijd een beroepsverbod zouden moeten krijgen, maar dat de verantwoordelijkheid voor de beslissingen die tot de dood van Millecam hebben geleid in de eerste plaats bij haarzelf ligt. De twee veroordeelde artsen zijn ook ‘regulier’ arts. Dat is verontrustend. Het is kennelijk mogelijk om een gewone garage te exploiteren en mensen tegelijk auto’s aan te smeren die op gebakken lucht zouden lopen. Jomanda mag twee jaar lang ‘beroepsmatig’ geen mirakelhandelingen verrichten, die zijn ‘gericht op het genezen of healen van mensen’. Mag ze het wel op amateurbasis? Wat moet de arme Jomanda als ze een andere Sylvia tegenkomt? Ik zou het wel weten. Gewoon zeggen dat je nu even niet ‘beroepsmatig’ bezig bent maar dat volgens jou dat helemaal niets afdoet aan de kracht van de ingevingen die bij gelegenheid ontvangt.

Jomanda heeft geen beroep; ze heeft een roeping. Roepingsmatig haar het werk verbieden, daar gaat het om. We wachten op de uitspraak van de rechter, over een week of twee. De wonderen zijn de wereld nog niet uit.

23 mei

=0=

 

Verhoudingen

De VN roept op 400 miljoen dollar vrij te maken voor hulp aan de paar miljoen Pakistani die de laatste tijd op de vlucht zijn geslagen voor het oorlogsgeweld in hun regio. De Amerikanen hadden al honderd miljoen ter beschikking gesteld. Bij elkaar: een half miljard dollar. General Motors kan, in twee ronden, op twaalf miljard aan steun rekenen. Men moet zijn plaats kennen en de verhoudingen in acht nemen. In Sri Lanka schijnt ook wat aan de hand te zijn. Hier maken de media zich liever druk om Jan en Yolanthe. De premier volgt. Verhoudingen. Je moet overal bij willen zijn – we tellen heus mee en we organiseren van alles – maar niet alles willen oplossen.

Tijdens de verkiezingscampagne maakte Obama al duidelijk dat het bombarderen van het grensgebied van Afghanistan en Pakistan zijn instemming wel kon wegdragen. Dat was het begin. Burgerdoden, mensen op de vlucht. Het is een groot succes voor de Taliban, de verbreding tot de oorlog tot in Pakistan. De Pakistaanse regering doet inmiddels volop mee. De Hoop Scheffer wist het ook al vroeg: het is een regionaal probleem en dus gaan we er meer landen bij (of in?) betrekken. Beter laat dan nooit zal hij gedacht hebben, en de NAVO secretaris mag dan wel altijd gesouffleerd worden, met zijn gehoor is niets aan de hand.

De Af-Pak strategie werd bevestigd op de top eind maart in Den Haag. Bewoners van het grensgebied ontbraken, vluchtelingen werden genegeerd, een demonstratie van vluchtelingen werd verbannen naar een plek waar de conferentiegangers hen niet konden zien of horen. Het moest zonder hen over hen gaan. Resultaat: steeds meer vluchtelingen. De aantallen beginnen die van de Iraki te benaderen, nog maar zo kort geleden. En die van de Afghanen die al vanaf 2002 hebben gemerkt dat vrede voor sommigen een mooi doel is en voor anderen een verdomd onrustig bestaan. Met de nodige burgerslachtoffers maar waar gehakt wordt vallen spaanders.

Gelukkig is er hulp, nu al oplopend tot zegge en schrijve een half miljard dollar. Nee, ze mogen niet klagen. Hun situatie is erbarmelijk. De fooi nog meer.

22 mei

=0=

 

Bevangen

We hebben in Nederland een brede en een smalle VVD. De brede – dat is inclusief voormalig VVD – bepaalt de toon van de smalle. Teeven zegt wat hij denkt dat de ledenpoppen van Wilders en wat Verdonk zullen zeggen. Daar is hij redelijk goed in, de hele smalle VVD wordt er steeds beter in, en dus krijgen we koorzang. We hebben niet minder gevangenissen nodig, eerder meer. De misdaad neemt toe, maar wordt verhuld door taakstraffen, door te lage minimum- en te lage maximumstraffen, de pakkans is te laag, we moeten straatterreur aanpakken met werkkampen en opvoedingsgestichten. Geeft ook nog werkgelegenheid. Ook asielzoekers hoef je niet in luxe hotels te stoppen. Trouwens, onze gevangenissen zijn al een soort hotels. De brede en de smalle VVD. Repressie is het beste zei de voormalig officier van Justitie nog. Misschien is een goed OM nog beter, maar daar ging het even niet over.
Bevangen in hun eigen wereldbeeld, hun eigen beeld van vrijheid. Je zou kunnen denken, omdat jongeren meer misdaden plegen en meer overlast bezorgen dan ouderen, dat het in een tegelijk ontgroenende en vergrijzende maatschappij wel mee zal vallen met de behoefte aan gevangeniscapaciteit. Toegegeven, hoe ongelijker de maatschappij hoe hoger de misdaad en we zijn de afgelopen twee decennia ongelijker geworden, maar toch. En ook toegegeven, we zijn op de wereldranglijst van streng straffen en gedetineerdenpercentages behoorlijk gestegen in diezelfde decennia. We zijn de VS nog niet maar we klimmen. We hebben in de verste verte hun ongelijkheden niet en de bevolking daar is jonger dan de onze en  toch halen we in. Een knappe prestatie.
Ooit hadden we een cellentekort. Dat was door de Tweede Kamer zelf gecreëerd, op jacht naar de bolletjesslikkers die en masse ons land via Schiphol bedreigden. Wat heet, overspoelden. De staatssecretaris had er nog over. Meer cellen dus. Meer mensen in één cel. Meer straffen, langere straffen. Defecte kinderen in een cel, uigeprocedeerde asielzoekers in een cel, andere asielzoekers in een cel. Het aanbod van cellen roept de vraag vanzelf op en zo kunnen we problemen elders afdekken met cellen. En daarna in de Kamer roepen dat het allemaal beter kan. Strenger, dat ook.
Overigens, bezuinigingen en reorganisaties gevolgd door nieuwe reorganisaties, nieuwe functies en andere functies, scheiding en herindeling van typen gedetineerden, verplaatsingen binnen locaties en tussen locaties, sluiting van afdelingen enzovoorts enzovoorts: het is allemaal voorgekomen en het speelt al jaren. De capaciteit is al jaren in het geding. De brede VVD had er niet over. Die hebben hun eigen feestje.


21 mei

=0=

 

Kenniszekerheid

En daar heeft de premier ons toch maar met een nieuw woord verblijd. Kenniszekerheid. De premier houdt een toespraak. Hij duidt de crisis voor ons (geen marktfalen maar menselijk falen), biedt perspectief (arbeidsparticipatie) en geeft de weg aan (sociale markteconomie). De aanbevelingen: geef de zzp-ers een plek, bijvoorbeeld in het overleg en de pensioenvoorzieningen (en de rest van de sociale zekerheid?), schep kenniszekerheid (zo rond je 45ste een lang scholingsverlof) en bouw het overleg uit tot een Europees sociaal overleg. Zo rond je 45ste? Is dat de vertaling van een leven lang leren? Ja, dat is de vertaling. We werken twee jaar extra om de AOW betaalbaar te houden en we geven die twee jaar al halverwege uit. Halverwege, dat is de zorgelijke leeftijd op de arbeidsmarkt. Tegen de tijd dat je op de arbeidsmarkt oud wordt – omdat er nooit op je kennisbelangen is ingezet want je bedrijf heeft wel wat anders te doen – moet je wat bijleren. Anders wordt het helemaal niks meer. Tegen de tijd dat je kennis bij het oud vuil wordt gezet – er is te lang te eenzijdig gebruik van gemaakt – krijg je een kennisinjectie die je kenniszeker moet maken. Twee rare dingen in één beweging.

In de eerste plaats het tijdstip. Waarom ‘midden’ in je loopbaan? Waarom geen kennisrechten over het geheel van je loopbaan heen, geïndividualiseerd en op te nemen wanneer dat het best uitkomt in je eigen loopbaanplannen en –wensen? Ja, zullen de werkgevers zeggen, we zien je komen met je leerplannen. Doe dat maar in je eigen tijd, maar wij gaan onze bedrijfsvoering daar niet aan uitleveren. Als werkgever een benepen opstelling, maar als ondernemer: ik kan er inkomen. Kenniszekerheid voor de werknemer is bedrijfsvoeringonzekerheid voor de ondernemer. Doen we niet aan mee. Nou ja, hooguit voor de mensen die we toch al kwijt willen. Hou oud zei u ook alweer?

In de tweede plaats vraagt het voorstel niet naar nut en noodzaak van het kennisverlof. In plaats daarvan kiest het een tijdstip, in de veronderstelling dat er in de voorafgaande jaren te weinig is gebeurd aan het kennen en kunnen van de werknemer om verderop nog interessant te zijn voor een werkgever. Dat heet het paard achter de wagen spannen. Je blust een brandje omdat je te beroerd bent geweest eisen aan de brandveiligheid te stellen. Gewoon, aan elke werkplek de eis stellen dat het ook een leerplek is: voldoende variatie in werk en contacten (op de werkplek en erbuiten), en dus voldoende zichtbaarheid voor derden en voldoende inzicht in naar welke kant je je verder zou kunnen en ook willen ontwikkelen. Elke werkplek een leerplek met uitzicht. Dat is nog geen kenniszekerheid maar dat woord is ook te idioot om serieus te nemen. Het is wel wat meer regie voor de werknemer. Dat zal voor de premier een brug te ver zijn geweest.

20 mei

=0=

 

Immuun

Peter Sloterdijk had het over een immuunsysteem, gisteravond in een uitzending van Tegenlicht over vrijheid en dus ook vrijheid van meningsuiting. Het immuunsysteem religie. Het ging toen over beledigen en je beledigd voelen en wanneer dan de discussie ophoudt. Snel, begreep ik van Rob Wijnberg die zeer aanwezig was in de uitzending. En het gaat natuurlijk veel verder dan beledigde gelovigen. Het grootste geloof ten onzent is immers een koffer vol met normen en waarden. Niemand maakt ooit de inhoud van de koffer bekend want de koffer wordt voor elke nieuwe gebeurtenis opnieuw gepakt. Dat is niet de enige overeenkomst met het immuunsysteem religie. De koffer met normen en waarden is een seculiere religie en een tamelijk onverdraagzame bovendien.

Het is een religie met tal van hogepriesters. Gisteravond zag ik een hooggeplaatste onder hen, Matthijs van Nieuwkerk, in actie. Ook zijn wereld draait door en daarvan wordt vijf dagen per week acte gegeven. Hij was in gesprek met een Belgisch echtpaar (Elvis Peeters en Nicole van Bael) dat een roman heeft geschreven, Wij, met als hoofdpersoon een achttal pubers dat schijnt aan te tonen dat Houellebecq volkomen gelijk heeft maar de jeugd wel wat meer eer mag geven. Hele jonge meisjes en jongens maken van hun lichaam al een platform waar alles en dat ook te koop is. Alles voor de verkoop en daar gelden niet de regels van de goede smaak maar van het rendement. En van de minachting voor losers wier enige taak het dan nog is om stof te leveren, om te lachen door anderen, om uitgelachen en gehoond en uitgestoten te worden. Van Nieuwkerk was geschokt. Of de auteurs nog plezier hadden beleefd aan het  schrijven wou hij weten, het gezicht op het signaal van bozige afkeuring. Of dit de jeugd was. Nee, legden de schrijvers geduldig uit, het was de jeugd niet en het was ook geen aanklacht en al helemaal niet tegen jongeren. Het was gericht tegen een maatschappij die alles te koop heeft. De jonge mensen in hun boek hadden gewoon hun lesje goed geleerd; het waren de beste leerlingen zelfs en hoe goed ze waren, daar kon je hun boek voor lezen zodat je zou weten wat moderne lesstof nou eigenlijk is.

Het immuunsysteem Nieuwkerk weerde het allemaal af. Het is nog goed geschreven ook zei hij, een beetje ontdaan kijkend. Ach ja, een guitige man en nooit te beroerd een gesprek op een prettige manier af te ronden. Het volgende item moet immers bedaard kunnen beginnen en dan is een ruzieachtige atmosfeer verstorend. Het programma moet wel verkoopbaar blijven. Tussen de twee items door een intermezzo; flitsen van gebeurtenissen op tv, waaronder een flits uit een programma waarin op een liedje (dit is Annabelle, ze moet naar het station) wordt gevarieerd (dit is Anne Frank, ze moet naar het station). Ook leuk want daarop wordt het geselecteerd. Zodat wij kunnen lachen en dat is goed voor de kijkcijfers. Nou vooruit, een beetje besmuikt lachen dan maar toch. Echt leuk was natuurlijk pas het oudere echtpaar waarvan de man de vrouw onterend pestte. We vielen van ons stoel, met Hans Wiegel voorop. Ook goed. De romanschrijvers werden ter plekke in het gelijk gesteld zullen we maar zeggen. Matthijs had het niet door. Hij is immuun.

19 mei

=0=

 

Oververmoeid

Mijn laatste demonstratie is al weer een paar jaar terug. Het was een demonstratie tegen de aanstaande oorlog met Irak. Ik heb zo langzamerhand een gevoel van onthecht zijn opgedaan, maar het kan ook zijn dat ik dat gevoel altijd al had maar inmiddels bereid ben het ook toe te geven. Ik demonstreer minder. Hoe dan ook, ik kan me niet herinneren ooit mijn deelname aan een demonstratie afhankelijk gemaakt te hebben van een garantie – door de organisatoren – van mijn veiligheid. Zou ook te gek voor woorden zijn. Maar niet te gek voor Gordon want hij demonstreerde afgelopen zaterdag niet mee, in Moskou. Hij was het wel eens met het doel van de demonstratie en zo maar wou er niet de straat voor op. De schat had al genoeg gedaan. Hij is oververmoeid, meldde de krant van wakker Nederland gisteren en nu kan hij ook niet bij de EO verschijnen, vanavond. Het is te veel geweest.

Wat ik zo aardig vind is dat onze minister van emancipatiezaken het helemaal met Gordon eens was toen die aankondigde dat als de homo’s in Moskou onaardig behandeld zouden worden de Toppers niet mee zouden doen aan de finale van het songfestival. Sterker nog, de minister vond dat we het festival dan ook gelijk maar niet meer moesten uitzenden. Een ferm standpunt maar in beide gevallen een beetje loos. De jongens waren kansloos en dat wist iedereen al lang van te voren. Het was extra reclame van en voor de Toppers en uit veel meer dan lawaai voor zichzelf heeft hun deelname aan het festival niet bestaan. Iedereen deed eraan mee, althans hier. Tot en met de minister. Heeft Gordon ook niet wat met dierenrechten? We wachten af wat het kabinet gaat doen.

Waar was Plasterk eigenlijk bij de Olympische Spelen en de mensenrechten in de volksrepubliek? Hebben we toen een discussie gehad over het niet uitzenden van de wedstrijden als er weer een minderheid zou worden onderdrukt? Het zal wel aan mij liggen maar ik kan het me niet herinneren. Toch was het niet heel vriendelijk daar, in de aanloop naar de Spelen noch toen het spul aan de gang was. Niettemin. Het kabinet was, met de minister-president als vreugdevol boegbeeld, vertegenwoordigd bij de feestelijke opening van de Spelen. We konden het allemaal zien want we zonden het uit. We zonden alles uit. Balkenende heeft dan ook een speciale relatie met de premier van China. Daarom, hij herhaalde het vorige week nog een keer om uit te leggen dat hij de dalai lama niet ging ontvangen. Of hem op bezoek liet komen, er schijnt een statusverschil tussen die twee gebeurtenissen te zijn.

Eigenlijk moet ik dit soort dingen helemaal niet opschrijven. Ik raak er nog onthechter van dan ik al was. Een beetje oververmoeid zelfs. Niet dat ik het, in het laatste geval, oneens met Balkenende ben. Maar dat zal wel andere redenen hebben: ik heb het niet op de dalai lama en zijn claim op Tibet.  Nee, het komt door een zeker gevoel van onpasselijkheid bij een politiek die meer op media-effecten gericht is dan op welke kwestie dan ook. Misschien moet ik Gordon wel dankbaar zijn want hij heeft dat dan toch maar weer eens in alle duidelijkheid aangetoond. Gordon als lijsttrekker voor de VVD, ik heb het jaren geleden al eens geopperd. Meer nog, ik had toen ook Paul de Leeuw voor de PvdA in gedachten en Jos Brink – God hebbe zijn ziel – voor het CDA.

Zoiets. Dan weten we ten minste waar het over gaat.

18 mei

=0=

 

Definitie

De Hoge Raad heeft bepaald dat je een kwakzalver een kwakzalver mag noemen. Het zit zo. De vereniging tegen kwakzalverij had ooit de euvele moed een kwakzalver een kwakzalver te heten. Dat had de kwakzalver niet gepikt en na wat heen en weer gegooi (de ene rechtbank zei dat het mocht, de ander weer dat het niet mocht) kwam de zaak bij de Hoge Raad. Het juridisch systeem heeft het er maar druk mee. Wat ik vind is niet wat jij vindt en een misverstand is snel geboren. Steeds sneller zelfs want wat we vroeger niet eerlijk noemden of gewoon pesten en treiteren, noemen we nu discriminatie en dan heb je de poppen aan het dansen. Het product van een dynamische cultuur, ongetwijfeld, want als je de vrijheid van meningsuiting koestert koester je blijkbaar ook het recht op beledigen, ontluisteren, vernederen enzovoorts en je moet toch wat als je voor lul wordt gezet. Precies, discriminatie. Ik klaag je aan. Op die toer. Wat is vrijheid? De kunst om mensen af te zeiken zonder erop gepakt te kunnen worden. We hebben er al een politieke partij voor die – wat je er verder ook van kunt zeggen – in een behoefte voorziet. Afzeiken is een recht maar als je mij afzeikt discrimineer je. Ik zal je krijgen. Interessant gezelschapsspel. Aan de vorige grote crisis hielden we Monopoly over, aan deze het spel ‘Pak me dan 2.0’. Het eerste exemplaar van het nieuwe spel zal binnenkort in ontvangst worden genomen door staatssecretaris Albayrak die in het land dat anoniem klikken, aangeven en schelden tot nationale cultuur heeft verheven een regel wil uitvaardigen dat slachtoffers van mensenhandel hier een tijdje mogen blijven als ze hun ontvoerders met naam en toenaam bekend maken. Zo dragen we allemaal bij aan onze veiligheid en daar gaat het toch maar om. Er is vooruitgang.

Het is mooi wat de Hoge Raad heeft beslist. Een getemperde vreugde maar niettemin. De Raad heeft beslist dat de vereniging tegen kwakzalverij vrijuit gaat omdat die een ‘neutrale’ definitie van kwakzalverij hanteert. Van kwakzalverij is volgens de Vereniging sprake als een behandelmethode niet is getoetst op effectiviteit en veiligheid, lees ik. Dat we er in het dagelijks taalgebruik veel meer aan vastmaken, nou dat is gewoon het risico van de kwakzalver. Voorbeeldig gedacht. Dat zouden we vaker moeten doen!

16 mei

=0=

 

Flikker op!

In de jaren zeventig heb ik me, aan de Universiteit van Amsterdam, een tijdje bemoeid met de vereniging Progressief Personeel. Ik heb ook namens hen een periode in de universiteitsraad gezeten. Uiteraard werd er regelmatig vergaderd en tijdens één van die vergaderingen liep het een beetje hoog op. Waarover het ging, ik weet het niet meer, maar wat ik nog wel weet is dat ik in het heetst van het debat tot twee maal toe ‘flikker op’ tegen iemand zei. Na afloop vertelde weer een ander me dat hij het helemaal eens met me was geweest maar dat hij, als homo, niet blij was met al dat geflikker. Hij wou maar zeggen dat ik natuurlijk zeggen mocht wat ik wou maar dat er ook andere manieren waren dan degene die ik had gekozen. En als je iedereen wilt bereiken doe je er goed aan daar rekening mee te houden. On speaking terms komen en blijven hangt af van je speaking terms. Logisch, maar even vergeten. Die kwam aan. Ik hoop mijn leven gebeterd te hebben.

Wat nu als hieruit een klacht wegens discriminatie was voortgekomen? Ik bedoel, het speelde niet maar dat was toen en nu is nu. Wie weet, nu. Wat zou bureau De Beuk ervan vinden? Ik zou het graag weten. Dat bureau heeft, in opdracht van de Commissie Gelijke Behandeling, onderzoek gedaan naar het voorkomen (2x) van discriminatie aan de Haagse Hogeschool. Gisteren werd het rapport vrijgegeven. Ik heb gezocht naar wanneer volgens het bureau nu wel of niet sprake is van discriminatie. Ik heb het niet gevonden. Wat ik wel in het rapport aantref is dat er brede en smalle opvattingen over discriminatie bestaan, dat discriminatie iets maatschappelijks heeft, iets organisatorisch, en iets dat ontstaat in de dagelijkse interactie tussen mensen, dat discriminatie bewust en bedoeld kan zijn maar ook onbewust en onbedoeld en verdere combinaties, dat er soms gebeurtenissen zijn waar het mee te maken heeft en andere keren meer de indruk dat er iets gebeurt of juist niet. Enzovoorts. Het zal allemaal wel, maar wat heeft het bureau nu als leidraad gehanteerd om zin van onzin te scheiden, en om – niet onbelangrijk, dacht ik, in een onderzoek – überhaupt onderzoek te kunnen doen?

Het staat er niet in. Je kunt zeggen dat je dat het bureau niet kwalijk kunt nemen want het bureau is helemaal geen onderzoeksbureau en heeft ook helemaal geen onderzoekers in dienst. Er werken trainers, coaches, adviseurs, dat soort mensen. Die hebben ook het rapport geschreven cq het onderzoek uitgevoerd. Dat tot conclusies en aanbevelingen heeft geleid;  hun eigenlijke werk, het werk waarvoor ze zijn opgeleid en waar ze misschien nog wel goed in zijn ook, kan direct beginnen. Op basis van een raar rapport, dat weer wel, maar de school heeft al aangegeven de adviezen op te volgen. De CGB is tevreden genoeg geweest om het rapport vrij te geven. Opdracht voldaan. Maar voordat de school het bureau met een nieuwe opdracht verblijdt zou ik toch willen weten of ze nu eigenlijk mijn oprisping van destijds onder discriminatie zouden laten vallen, en waar dat van afhangt, of juist niet. Als het bureau daar geen antwoord op geeft of een antwoord dat geen antwoord is zoals in het rapport dan zou ik het wel weten. Geen opdracht. Nee kom nou. Flikker op.

15 mei

=0=

 

Bruggenbouwers

Waar hebben wij behoefte aan? Aan bruggenbouwers en vredestichters. Aldus André Rouvoet in een toespraak waarin hij het CDA verwijt de christelijke waarden te hebben losgelaten in de recente kwestie rond de benoeming van een legerimam. Hij had beter kunnen zeggen dat het CDA vlees noch vis is want het CDA was zoals gebruikelijk verdeeld over de kwestie want wil iedereen te vriend houden. Het was wel zo aardig geweest als hij in plaats van de legerimam de PVV als voorbeeld had gekozen. Enfin.

Of Rouvoet met zijn toespraak vredestichtend en bruggenbouwend bezig is geweest lijkt me aanvechtbaar. Sommigen in het CDA zullen vinden van wel, anderen van niet. Zoals te verwachten. Trouwens, waar Rouvoet echt voor had moeten pleiten – geheel in lijn met zijn toespraak – is voor een plek voor de paradox in de politiek. Geen normen en waarden want die bouwen geen bruggen en stichten geen vrede, eerder het omgekeerde. Maar de paradox omdat we daar allemaal in gevangen zijn en omdat we daar de vindingrijkheid van allen nodig hebben om een stap vooruit te kunnen zetten. Niet om de paradox op te lossen uiteraard, maar er een andere vorm aan te geven. Noem het vooruitgang. Denk aan Nederland en Europa, Nederland in Europa, Europa in Nederland. Hard nodig allemaal. Het zou de politiek opfleuren. Het zou zelfs een bijdrage kunnen zijn aan het standpunt van de politieke partij CU over Europa. Hard nodig want wat de CU nu heeft is de moeite niet waard. Als het over Europa gaat.

Bruggen bouwen, Rouvoet lijkt Bas Heijne wel, die ook al zo’n idee verdedigt over een maatschappij die de gezellige nestwarmte van de samenleving niet te boven mag gaan en die het betreurt dat er zo’n verstoord Nederland is overgebleven. Nee dus. En vrede stichten? Hebben we last van een burgeroorlog? Nee toch? We hebben last van politici die complexe kwesties onderdrukken door er een mantel van christenliefde overheen willen leggen. Daar zal het dan ook wel aan liggen. Dat christelijke politiek bij uitstek, en tegenwoordig sociaaldemocratische en liberale politiek bij implicatie, met eenvoudige formules de eigen onmacht toedekt. De erkenning van, bijvoorbeeld, religie (of ‘normen en waarden’ fundamenten) in de politiek als paradoxaal kan bevrijdend werken. Daar is blijkbaar steeds minder behoefte aan. Ik heb daar geen vrede mee en wil er ook geen vrede mee sluiten.


14 mei

=0=

 

Vraaguitval

Gisteravond was het weer zover. Nout Wellink op de tv bij Pauw en Witteman. Ik heb het niet gezien maar op het radionieuws vanochtend was het de opening. Met de stem van Wellink erbij, die ons meedeelde dat het langzaam minder slecht ging en dat het allemaal nog heel onzeker is. Het gaat langzaam minder slecht want als de economie hapert ademen de banken mee. Vraaguitval. Logisch. Wij dachten het omgekeerde, maar het zal wel om een soort feedback gaan, een terugkoppeling die natuurlijk vroeger of later moet optreden. Het is een wereldbeeld waarin iedereen op iedereen blijft wachten dus dat schiet lekker op. We heffen de handen ten hemel. We kijken ernaar en zeggen: ja en als het dan wat minder beroerd gaat, nou dan hebben we ook nog te maken met onzekerheid over het herstel als het herstel eens een keertje komt. Wellink suggereerde ook de aard van de onzekerheid. Dat was een ‘modern soort protectionisme’ want omdat de geldstromen het meest verdampen op weg naar de plekken waar ze het meest nodig zijn (ontwikkelingslanden, Oost-Europa) maken we het erger dan nodig is. Hij zei het niet want hij is een voorzichtig man, maar hij impliceerde het: de onzekerheid die het bankwezen zo voorzichtig maakt is van eigen makelij. We krimpen want we remmen.

Dat weten we dan ook weer. We houden elkaar nauwkeurig in de gaten; we knijpen de zwakste broeders in het financiële spel af. De crisis is volledig eigen fabricaat. Als we voor het gemak aannemen dat wat Wellink zegt niet afwijkt van wat Bos in petto heeft dan weten we dat ze beiden, onze centrale monetaire en financiële autoriteiten, niets in petto hebben. Het gaat zoals het gaat. Van Nederland valt niets te verwachten en als het aan Nederland ligt ook van de EU niet. Oost-Europa is EU en de EU heeft zich maar neer te leggen bij ons moderne protectionisme. Het viel al op dat de verkiezingscampagnes voor het EU parlement nergens over gingen behalve over nationaal protectionisme, nu hebben we daar de financieel-economische redenering bij gekregen. Gelukkig hebben we Verhofstadt nog zou je kunnen zeggen maar bij Europese verkiezingen kiezen we nationaal, niet Europees. De Europese verkiezingen zijn, op hun beurt, een toonbeeld van modern nationaal protectionisme.

Zelfs Verhofstadt hebben we niet. Aardige man, dat wel. Leuk Europees plan ook. We kunnen altijd zijn boekje nog kopen.

13 mei

=0=

 

Zusje

Het eerste kind van mijn ouders was een meisje. Ze heeft slechts enkele uren geleefd. Ze was geboren met een open ruggetje en dat was, kennelijk, in het begin van de Tweede Wereldoorlog nog een doodvonnis. Daarna kregen mijn ouders kort na elkaar nog drie kinderen, allemaal jongetjes. Toen vonden ze het wel mooi. Ze hadden graag nog een meisje gehad, zeiden ze, maar dat zat er niet in. Ze spraken nooit over het zusje dat niet had mogen wezen. Hun verlangen naar een dochtertje was overigens duidelijk genoeg.

Als ze de kans hadden gehad het geslacht van hun kinderen te kiezen, had er dan wel weer een meisje tussen gezeten? Helemaal zeker ben ik er niet van, maar het zou kunnen. In die dagen bestond die keuze niet, en dus het probleem niet. Nu wel, zoals er heel veel mogelijk is, tot en met het nadenken over klonen aan toe. Ik las daar een paar jaar geleden al eens een boekje over (van John Harris, Cloning, in de voortreffelijke serie Thinking in Action, van Routledge). Ik was er erg van onder de indruk, maar dat kan ook gekomen zijn door het eenvoudige feit dat Harris een complexe materie heel helder voor een leek als ik op papier had weten te zetten. Inclusief de vele veiligheidskwesties die spelen, bij klonen zowel als bij andere vormen van genetische beïnvloeding, en inclusief de ethische lading van het onderwerp en zijn visie daarop. Daar zat ook mijn enige punt van kritiek: ethische problemen zijn er maar niet alleen ethische. Er zijn ook esthetische vragen (we willen het groter en sterker, slimmer en krachtiger enzovoorts) en wie die overslaat – en Harris sloeg ze over – houdt ook een verkort begrip van ethiek over. Ethisch staat niet alleen tegenover onethisch (dat zou veel te makkelijk zijn), maar ook tegenover esthetisch.

Gisteren had Tegenlicht een uitzending met daarin een uitgebreid gesprek met Harris. Hij spreekt even helder als hij schrijft. Hij stelt goede vragen (‘als we manipuleren gebeurt er van alles en we kunnen niet alle gevolgen daarvan overzien, maar als we niets doen gebeurt er ook van alles en ook daarvan kunnen we niet alle gevolgen overzien. Dus?’. Precies!) en helpt veel onzin de wereld uit (‘elk embryo is een potentiële mens en heeft daarom ook de rechten van een mens’, en dat soort hardnekkige en onzinnige misverstanden). En opnieuw, de bespreking van de dilemma’s bleef beperkt tot de ethische aspecten. Dat kan de interviewer gelegen hebben maar dat lijkt me aan de andere kant toch wat onwaarschijnlijk want de interviewer stelde de vagen die altijd gesteld worden en deed dat voortreffelijk maar liet ook alle ruimte aan Harris om er rustig en redelijk uitgebreid op in te gaan. Toch zaten een boel van zijn opmerkingen dicht op de grens van ethiek en esthetiek, in het bijzonder op alle punten waar genetische modificatie verder zou kunnen gaan dan het bestrijden van ziekte. Zijn stelling is dat zieken en gehandicapten alle rechten hebben die gezonde mensen ook hebben. Daar zou uit voortvloeien dat ziekte ethisch neutraal is maar juist dat idee viel Harris aan. Zijn respect betrof de zieken, niet de ziekte.

Harris wil mensen beter maken en nog liever wil hij betere mensen. Dat laatste is niet alleen een ethische kwestie, tenzij je een utilitaristische opvatting van ethiek hebt, een nutsopvatting dus, die niet toevallig contrasteert met een zorgopvatting van ethiek. Op dat punt was zijn betoog onevenwichtig. Over het bevolkingsvraagstuk was Harris beslist niet utilitaristisch (zoals bijvoorbeeld Hare dat is), over gezondheid wel. Dan is, inderdaad, de esthetiek overbodig want in de utilitaristische nacht zijn alle mensen grauw, zij het de een wat meer dan de ander. Dat kennen we ook; de toegang tot medische voorzieningen is niet voor niets ongelijk en ongelijkheid is de beste utilitaire kloonmachine die we historisch en tot dusver hebben weten op te brengen. Om over esthetiek te kunnen spreken verdient het aanbeveling – het is een paradox maar Harris is goed in paradoxen en mag daarom ook deze niet uit de weg gaan – de zorgethiek voorop te stellen. Er werd veel over ethiek gesproken in Tegenlicht gisteravond. Het nadeel was dat stilzwijgend werd verondersteld dat we het over de ethiek als zodanig wel eens zijn. Nee dus.

Als mijn ouders hadden kunnen besluiten wel geslacht hun kind moest hebben, dan hadden ethische overwegingen daar geen rol in gespeeld. Hun overwegingen hadden ook niets met ‘gezondheid’ te maken gehad. Wel met zoiets als een esthetische overweging over wat een ‘heel’, een ‘compleet’ gezin was geweest. Dat zusje, het blijft een gemis.

12 mei

=0=

 

Compositie

Tijdens onze korte vakantie in de Morvan, de afgelopen dagen, las ik James Surowiecki, The Wisdom of Crowds. Of eigenlijk, ik herlas het, na het al wat vluchtig maar wel geboeid in de trein te hebben gelezen, bij stukjes en beetjes, op mijn dagelijkse route van Amsterdam naar Den Haag en weer terug. Geboeid genoeg om te weten dat ik het nog een keer wou zien, om wat aantekeningen te maken en voor mezelf vast te stellen wat ik er allemaal mee zou kunnen doen.

De stelling van het boek is verrassend eenvoudig. Twee weten meer dan één en de voordelen daarvan kun je incasseren bij de oplossing van cognitieve problemen, van coördinatieproblemen en van coöperatieproblemen. Onder de juiste voorwaarden dan, en daar wringt de schoen. S. noemt drie voorwaarden: diversiteit, onafhankelijkheid en decentralisatie. Twee weten meer dan één indien nummer twee wat anders weet dan nummer één, als twee tot z’n eigen oordeel in staat is en als twee tot dat eigen oordeel ook in staat wordt gesteld, zich niet laat of hoeft te laten beïnvloeden door één. En omgekeerd natuurlijk.

Het zijn lastige voorwaarden. De eerste, diversiteit, is nog wel te componeren, bijvoorbeeld door een redelijke steekproef uit een menigte mensen te trekken, of die menigte zelf om een oordeel te vragen als dat een beetje doenlijk is (ik had wel iets preciezer willen weten wanneer een menigte meer is dan zomaar een toevallige verzameling mensen maar daar heeft S. weinig woorden voor over). Dan krijg je als het meezit inderdaad tal van perspectieven op en tal van informatieve inzichten over een op te lossen probleem en daar heb je wat aan, zeker als je ervoor zorgt dat de mensen niet gezamenlijk tot een oordeel hoeven te komen maar dat afzonderlijk doen, ieder voor zich, zoals bij een stemming, een bod, een ideeënbus. Dan blijkt dat het gemiddelde oordeel van de mensen heel goed is, beter dan het oordeel van de slimsten onder hen en zelfs beter dan het gemiddelde van de slimsten. Diversiteit loont en reverentie voor expertise is overbodig. Experts zijn handig, als we hen niet alleen laten of aan hen het probleem en z’n oplossing uitbesteden. Nee dus, zorg dat er altijd leken bij zijn en bij voorkeur veel verschillende leken. En zorg voor het ‘decentrale’: leg de mensen niet de verplichting op met één oordeel van hen allen te komen (een ‘vergadering’, een ‘commissie’) maar aggregeer hun afzonderlijke oordelen. Soms best te doen, en de voorbeelden die S. geeft (de Iowa electronische stemmenmarkt, en nog uitgesprokener de beleidsanalyse markt) zijn bijzonder interessant. Maar er blijven twee problemen over. In de eerste plaats, de onafhankelijkheid. Hoe komen mensen aan een ‘eigen’ oordeel? Ze bezoeken dezelfde scholen, en, erger nog, lezen dezelfde kranten, kijken en luisteren naar dezelfde zenders en worden dus gebombardeerd (meer en meer en meer, sneller en sneller en sneller) met vergelijkbare weetjes, meningen en niet gecontroleerde (niet ‘gedestilleerde’, zou Nassim Taleb zeggen) informatie waarin meer ruis dan nieuws zit. Dat is een regelrechte bedreiging van de ‘onafhankelijkheid’ en alles wat S. erover te zeggen heeft is dat onafhankelijkheid is ‘hard to come by’. Dat is niet veel. Wat betekent, bijvoorbeeld, onafhankelijkheid in het geval van onderwijshervormingen die misschien het onderwijs niet verbeteren maar wel afdoen aan de diversiteit van de opvoedingen door de ouders? Ik zou het graag weten, ook als ik de vraag minder suggestief zou opschrijven.

Het tweede probleem is dat het eigenlijk alleen over cognitieve problemen gaat. De hoofdstukken over coördinatie (hoe lopen we elkaar zo min mogelijk voor de voeten?) en coöperatie (hoe help ik mezelf door ook jou te helpen, hoe help ik jou door ook mezelf te helpen) zijn niet alleen zwak, met rare conceptualiseringen, ze laten ook zien dat de winst van de menigte er ook hier alleen in zit dat twee meer weten dan één. Cognitieve diversiteit dus, opnieuw, en geen zelfstandige invloed van coördinatie en coöperatie los van cognitie. Tel daarbij dat de mediale maatschappij die de onze is diversiteit wel als folklore accepteert maar niet als ander weten, wel en ook dat steeds afwijzender ‘culturele’ diversiteit maar liefst geen cognitieve, en de kans dat we de wijsheid van de menigten negeren is groot en groeiend. We krijgen steeds meer gelijksoortig gecomponeerde bevolking. Inburgering, heet het niet zo?

Desondanks, in organisaties zou veel meer met de ideeën van S. gedaan kunnen worden en dat is aardig. De maatschappij is geen organisatie en daar, voor de maatschappij, is de waarde van de ideeën van S. beperkt. Dat is jammer, net zoals het jammer is dat S. de maatschappij voorstelt als een samenwerkingsprobleem en niet als een coördinatieprobleem. Dat legt de accenten helemaal verkeerd. Het zal ons huidige kabinet bevallen, die maatschappijopvatting (samen werken, samen leven), maar het is de hond in de pot van de diversiteit. Het is een organisatorische, een statelijke, maatschappijopvatting. Dank, maar nee, dank je. De maatschappij is divers – of ze is er niet meer. We zijn op weg, maar waarom zouden we niet alsnog afslaan, een ander pad inslaan? S. geeft te denken; we moeten nog even verder denken.

11 mei

=0=